Les 1 en 2. Tekstopmaak-Afbeeldingen in teksten

1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoelen les 1 en 2
* Je leert welke soorten tekstopmaak er zijn
* Je leert hoe je een tekst begrijpelijker maakt
* Je leert hoe beelden in een tekst je extra informatie geven

Slide 2 - Slide

Leesvaardigheid
Tekstopmaak 

en 

afbeeldingen in een tekst. 

Slide 3 - Slide

Opdracht 
Lees les 1, bladzijde 6:
Tekstopmaak herkennen en gebruiken. 


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Bekijk de volgende teksten

Slide 9 - Slide

Wat voor soort teksten zijn dit?

Slide 10 - Slide

Wat voor soort teksten zijn dit?
A
leestekst
B
instructie
C
fictiefragment
D
krantenartikel

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Maak de vragen 1 t/m 6 op blz. 6 en 7
timer
10:00

Slide 16 - Slide

Opdracht 1


  • Bij tekst B is de titel duidelijk gemaakt doordat deze groter is gemaakt dan de rest van de  tekst, in hoofdletters en dikgedrukt is. Bij tekst A wordt de titel niet verduidelijkt. 
  • Bij tekst B is de inleiding duidelijk gemaakt doordat het in grijs is in plaats van zwart. In tekstA wijkt de inleiding niet af van de rest van de tekst.
  • Bij tekst B wordt er gebruik gemaakt van duidelijke tussenkopjes door middel van een witregel en het gebruik van oranje. In tekst A worden de tussenkopjes niet verduidelijkt.
  • Bij tekst B wordt er gebruik gemaakt van opsommingsteken in de tweede alinea. Bij tekst A gebeurt dit niet.

Slide 17 - Slide

Opdracht 2


De titel van de les is vetgedrukt en in een andere lettergrootte. De theorie staat in een blauw kader. De opdrachten en de moeilijke woorden staan in een oranje kader. De theorie is een
opsomming. De gekleurde letters geven de opdrachten aan. De tekst bij opdracht 1 staat in een kader. Het artikel bij opdracht 7 staat in een apart kader.

Slide 18 - Slide

Opdracht 3


a. De titel is te herkennen doordat hij grote letters heeft. T1
b.  De inleiding herken je doordat hij in een apart lettertype, direct onder de titel staat.
c.  Het hoofdartikel staat tegen een witte achtergrond en heeft geen afwijkend lettertype.
d. Je herkent het aanvullende tekstdeel aan het kader dat er om heen staat.

Slide 19 - Slide

Opdracht 4. Waar vind je het snelst waar het artikel over gaat?
A
In het grijsgekleurde vlak.
B
In de tekst onder titel.
C
In de tweede alinea van het hoofdartikel.
D
In de tekst met grote letters rechts bovenaan.

Slide 20 - Quiz

Opdracht 5


De titel en de vermelding van het doel zorgen ervoor dat je snel weet waarover les 2 gaat:
namelijk over ‘afbeeldingen in teksten’. Dankzij de kopjes in de theorie weet je ook dat de les gaat over de functies van afbeeldingen in teksten.

Slide 21 - Slide

Opdracht 6


Goede tekstopmaak zorgt er voor dat een tekst goed leesbaar is. In lange teksten is het belangrijk dat je duidelijk kunt zien uit welke onderdelen een tekst bestaat. Tekstopmaak helpt hierbij.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Grafiek

Slide 31 - Slide

Beelddiagram

Slide 32 - Slide

Schema

Slide 33 - Slide

Pictogrammen

Slide 34 - Slide

Infographic

Slide 35 - Slide

Maak de vragen 2 t/m 12 op blz. 8 en 9
Maak de vragen 1 t/m 7 op blz. 10 en 11
timer
30:00

Slide 36 - Slide