les 9 - okt 10

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Herzlich Willkommen

Donnerstag 10. Oktober

Mittwoch 4. September

Das Programm

1. Lernziel

2. Hausaufgaben kontrollieren / Wörter

3. Wiederholung: mein/dein/sein/ihr/etc. 

4. Erklärung: maanden

5. Aufgaben machen

6. Check Check Doppel Check

- de maanden in het Duits opschrijven.

- ken ik 5 nieuwe Duitse woorden.                      

Wörter Lektion 4.4 

(S.50)

der Monat

1. de maand
2. de sieraden
3. plotseling
4. de verrassing

die Schweiz

1. omdat
2. de maand
3. de taal
4. Zwitserland

die Sprache

1. de feestdag
2. de trui
3. omdat
4. de taal

die Überraschung

1. goedkoop
2. het cadeau
3. de verrassing
4. het warenhuis

Bezittelijk voornaamwoorden

Die Monate des Jahres

mei

april

februari

maart

januari

december

augustus

April

August

März

Dezember

Januar

Februar

Mai

Aufgaben machen 

Was	1,2,3,6,7 (S. 30)
Wie	allein
Zeit	15 Minuten
Hilfe	Buch (S. 33 )
Fertig	Wochenprogramm

in maart = im März

In welchem Monat hast du Geburtstag?

Januar/Februar

März/April

Mai/Juni

Juli/August

September/Oktober

November/Dezember

Check Check Doppel Check

Monate

Lernziel

 

- de maanden in het Duits opschrijven.

- ken ik 5 nieuwe Duitse woorden.             

Die Hausaufgaben

4.4 --> 1,2,3,6,7 (S. 30)

Lernen: Wörter Lektion 4.3 (S. 49)