VVT alles komt samen

1 / 36
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

onderwerp vandaag
Diabetes Mellitus
en 
Hartfalen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welk orgaan speelt een belangrijke rol bij diabetes mellitus
A
De maag
B
De alvleesklier
C
De lever
D
De milt

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveelheid suiker in het bloed
Hormoon dat ervoor zorgt dat glucose wordt omgezet in glycogeen
Ziekte door problemen bij de productie van en/of reactie op insuline
Belangrijkste suiker in het bloed
Hormoon dat glycogeen wordt omgezet in glucose
glucosegehalte
insuline
diabetes
glucose
glucagon

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Welk symptomen
ken je bij diabetes?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Dorst
Veel 
plassen

Moeheid
Hoofdpijn
Zweten
Wisselende humeur
Hoofdpijn
bleekheid
Honger
Slaperigheid
Beven
Slecht zien
Hyperglycemie
Hypoglycemie

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Boven welke waarde is er geen sprake meer van een gezonde bloedsuikerwaarde (volgens het diabetesfonds)?
A
Nuchter: 3,5 mmol/l, niet nuchter: 6,1 mmol/l.
B
Nuchter: 6,1 mmol/l, niet nuchter: 7,8 mmol/l.
C
Nuchter: 7,8 mmol/l, niet nuchter: 9 mmol/l.
D
Nuchter: 9 mmol/l, niet nuchter: 11 mmol/l.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kan de bloedglucosewaarde binnen de normale grenzen gehouden worden bij diabetespatiënten?
A
Door het toedienen van insuline, zowel in injectie- als tabletvorm.
B
Door aanpassing in het voedingspatroon, met name een vermindering in het eten van koolhydraten (suikers).
C
Beide antwoorden zijn juist.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

10 %

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Alvleesklier
Opgebouwd 
uit 
lobben met elk 
hun eigen 
afvoergang - 
komen uit in 
de 
alvleesklierbuis

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

De kransslagaders zorgen voor de zuurstofvoorziening van het hart
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Bij een hartinfarct zien we dat een gedeelte van het hart geen voeding en zuurstof krijgt en hierdoor afsterft.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Mannen en vrouwen hebben precies dezelfde verschijnselen vooraf gaande aan een hartinfarct.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Verschil hartinfarct, hartstilstand en hartfalen

Bij een hartinfarct of hartaanval raakt een kransslagader van het hart plotseling verstopt. Een deel van het hart krijgt geen bloed en zuurstof meer. 

Bij een hartinfarct ben je bij kennis.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Verschil hartinfarct, hartstilstand en hartfalen
Bij een hartstilstand stopt het hart met pompen. Daardoor krijgen de organen geen bloed en dus ook geen zuurstof meer. Je raakt bewusteloos.
De meest voorkomende oorzaak van een hartstilstand is een hartinfarct. Het kan ook komen door andere hartproblemen, zoals een hartspierziekte, hartfalen of hartritmestoornissen.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Verschil hartinfarct, hartstilstand en hartfalen
Een hartinfarct en een hartstilstand zijn acute situaties. Ineens is er iets mis met je hart. 
Hartfalen is een chronische ziekte. De pompfunctie van het hart werkt niet meer goed. 
Bij deze ziekte gaat het hart langzaam achteruit. De meest voorkomende oorzaken zijn een doorgemaakt hartinfarct en een langdurige hoge bloeddruk. 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Een symptoom wat bij een rechtsdecompensatie behoort is
kortademigheid

A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

In het algemeen kunnen de volgende klachten worden ervaren:
Koude handen en voeten.
Dikke enkels (oedeem), u kan er 'een putje' in drukken.
Vermoeidheid.
Kriebelhoest, prikkelhoest (vooral bij platliggen)
Kortademigheid en benauwdheid bij inspanning.
Kortademigheid en benauwdheid bij platliggen in bed.
Concentratieproblemen.

Bij het falen van de rechterharthelft (rechtsdecompensatie) ontstaan de volgende symptomen:
Stuwing in het lichaam
De rechterharthelft zuigt als het ware het bloed uit de ledematen en pompt het door naar de longen. Op het moment dat de pompfunctie verminderd is en de rechterharthelft de aanvoer van het bloed niet kan verwerken ontstaat er stuwing in de andere delen van het lichaam. De druk in de bloedvaten neemt toe en hierdoor treedt vocht uit deze vaten. Vooral bij de ledematen (m.n. enkels), lever, nieren en borstholte is dit goed te zien.

Door de stuwing en verhoogde druk raken weefsels minder goed doorbloed. Dit is te merken aan koude handen/voeten en plaatselijke blauwheid van de huid.

timer
1:00
Hypertensie
wat is?
criteria

Slide 27 - Mind map

This item has no instructions

- wat is atherosclerose?
- wat heeft atherosclerose te maken met hypertensie? 

Onderliggend mechanisme van de ziekten

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

timer
1:00
wat is Angina Pectoris?

Slide 30 - Mind map

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

typisch bij mannen
typisch bij vrouwen
timer
3:00
Drukkend gevoel op de borst
uitstraling pijn in linkerarm of keel
Transpiratie
transpiratie
misselijkheid
misselijkheid
pijn in de rug/nek/schouders
Vermoeidheid
algeheel niet lekker

Slide 32 - Drag question

This item has no instructions

timer
1:00
wat is decompensatio
cordis?

Slide 33 - Mind map

This item has no instructions

links of rechts? of allebei?

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Bij decompensatio in de rechter harthelft, blijft er vocht zitten in:
A
De longen
B
Het hele lichaam behalve de longen

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Bij decompensatio in de linker harthelft, blijft er vocht zitten in:
A
De longen
B
Het hele lichaam behalve de longen

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions