Les 0 - Eerste les - introductie

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1,2

Kennismakingsles onderbouw

Hallo 1Vhtb!

Wie ben ik?

Wie ben jij?

Nu wil ik graag iets weten over jullie, allereerst jullie namen. 

Maak een naambordje van het a4-blad en zet deze voor je neer.

Wie ben jij?

• We draaien drie keer aan het rad, zodat we drie vragen hebben.
• Schrijf in elk blok de vraag op.
• Je beantwoordt de vraag met minstens 3 zinnen op het blad. 
• Ben je klaar? Dan kan je bij de vraag iets tekenen wat bij je antwoord past.

Wie ben jij?

• Wissel je blaadje uit met je achterbuur.
• Lees zijn/haar antwoorden door.
• Schrijf op de post-it iets nieuws wat je nu weet over je buur.

Week 38 (di. 17-9)

Leesboek: Bedenk alvast welk boek je wil lezen dit blok.

Heb je het boek al, kun je het meenemen.

Docent kijkt of het boek geschikt is.

Wat neem ik mee?

Nieuw Nederlands, schrift en pen.

Vanaf week 38 (di. 17 september) ook een leesboek!

Laptop wanneer dit in de studiewijzer staat (SOM).

1va -  les 1 Fictie § 1

• Wat weet je al? 
•  Uitleg fictie
  
• Uitleg Nieuw Nederlands
• Zelfstandig werken
• Afsluiting

Leerdoelen

- Je kan het verschil tussen fictie en non-fictie uitleggen

- Ik kan genres herkennen

- Ik kan mijn voorkeur voor bepaalde onderwerpen en genres uitleggen.

Fictie of non-fictie?

De wolf (Canis lupus), meer specifiek de grijze wolf, is een zoogdier uit de familie hondachtigen (Canidae), die behoort tot de roofdieren (Carnivora).

Een mannetjeswolf wordt een rekel genoemd, een vrouwtje een wolvin.

De wolf komt op het noordelijk halfrond voor. Er worden meerdere ondersoorten onderscheiden, waaronder enkele die zijn uitgestorven. De wolf leeft in groepen met een sociale structuur.

De wolf is de voorouder van de hond (Canis lupus familiaris).

• bron: Wikipedia - https://nl.wikipedia.org/wiki/Wolf

 Toen Roodkapje in het bos was gekomen, kwam ze de wolf tegen. Maar Roodkapje wist niet dat het een gevaarlijk dier was en bang was ze al helemaal niet. "Goedemorgen, Roodkapje," zei hij. "Dag, Wolf." - "En waar ga je zo vroeg naar toe, Roodkapje?" - "Naar grootmoeder, Wolf." - "En wat heb je daar onder je schortje?" - "Koek en wijn. We hebben gisteren gebakken en grootmoeder is wat zwak en ziek en hiermee kan ze wat op krachten komen." - "Zeg Roodkapje, waar woont je grootmoeder dan?" - "Nog ruim een kwartier lopen verder het bos in, onder de drie grote eiken staat haar huisje, en beneden is een notenhaag, je kent het vast wel," zei Roodkapje. 

• bron: Roodkapje - Gebroeders Grimm https://www.grimmstories.com/nl/grimm_sprookjes/roodkapje

En deze twee?

Tekst 1

De ochtend dat ik Puck voor de auto vandaan trok, had ik me verslapen. Normaal merk ik het wel als mijn nichtje Joy naast me het bed uit stapt, maar die morgen dus niet. Ik werd pas wakker van het kraaien van de haan. Het beest maakte een hels kabaal vlak onder het slaapkamerraam.

• Tekst 1 uit: De boom met de bittere bladeren - Ruth Erica
• Tekst 2 uit: Britse kat Larry krijgt huisgenoot - Jeugdjournaal - https://jeugdjournaal.nl/artikel/2535652-britse-kat-larry-krijgt-huisgenoot

Tekst 2

Het is misschien wel één van de beroemdste katten ter wereld: kat Larry. Voor kat Larry gaat veel veranderen: hij krijgt binnenkort een nieuwe huisgenoot.

Larry is beroemd omdat hij woont op Downing Street 10. Dat is het huis van de Britse premier. Larry woont daar al 13 jaar. De kat heeft inmiddels al 6 verschillende premiers meegemaakt.

Fictie en non-fictie

Non-fictie:  teksten waarin niets is verzonnen en de schrijver je bijvoorbeeld informatie geeft over een bepaald onderwerp.

Fictie: verhalen die de schrijver heeft verzonnen

Het doel van fictie is amuseren, want de schrijver wil dat jij zijn verhaal met plezier leest.
Realistische fictie: de gebeurtenissen zouden waargebeurd kunnen zijn.

Niet-realistische fictie (fantasieverhaal): gebeurtenissen kunnen in het echt niet plaatsvinden.

                               

Fictie §1 - Fictie en non-fictie

Pagina 64 t/m 67

Wat?: Maak opdracht 1 en 2

Hoe?: Individueel 

Hulp?: Boek en buur

Tijd?: 15 min.

Uitkomst: Je hebt geoefend met fictie en non-fictie.

Klaar?: Lezen  of ander huiswerk

Volgende les

verder met fictie!

Fijne dag!