havo 2 - W22 - Kapitel 4 - 3e naamval

Herzlich willkommen!
Handys ins Hotel &
Schulsachen auf den Tisch!
Herzlich willkommen

bei
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herzlich willkommen!
Handys ins Hotel &
Schulsachen auf den Tisch!
Herzlich willkommen

bei

Slide 1 - Slide

Heute im Unterricht:
- Wiederholung 3e naamval
- persoonlijk voornaamwoord
- Übungen machen

Du lernst:
- het persoonlijk voornaamwoord (ik, mij, hij, hem) in de 1e en 4e naamval te gebruiken.
- de 3e naamval in een zin te vinden en de juiste uitgang in de zin te plaatsen.

Slide 2 - Slide

Wat is de 3e naamval in een zin?
A
onderwerp van de zin
B
werkwoorden in de zin
C
meewerkend voorwerp in de zin
D
lijdend voorwerp in de zin

Slide 3 - Quiz

Hoe kun je de 3e naamval vinden?
A
alle werkwoorden van de zin zoeken
B
AAN/VOOR HEM ervoor zetten
C
zinsdeel vervangen door HEM
D
zinsdeel vervangen door HIJ

Slide 4 - Quiz

Welke uitgangen kent de 3e naamval?
M-O-V-MV
A
der/das/die/die
B
dem/dem/der/den-n
C
den/das/die/die

Slide 5 - Quiz

Gib mir fünf!

Slide 6 - Slide

Rückblick: pers. voornaamwoord
Aufgabe auf der Tafel 


Slide 7 - Slide

Rückblick: 3e naamval
1]  Kunnen jullie de voorzetsels met de 3e naamval nog opnoemen?


2]  Wat is de 3e naamval?


3]  Hoe kun je de 3e naamval in een zin vinden?
timer
1:00
mit nach bei seit von zu aus
het meewerkend voorwerp van de zin
AAN/VOOR HEM: Ich gebe meinem Bruder Nachhilfe.

Slide 8 - Slide

An die Arbeit!
Keuzeprogramma:
- Arbeitsblatt 3e naamval auf It's Learning.
Arbeitet selbstständig an die Übungen.
- Kapitel 4: Lektion 4
- Übungen: 2, 3, 5, 7
- Wann:
Diese Woche gemacht!
timer
7:00

Slide 9 - Slide

Ich kann
Informatie over personen en plaatsen uit informatieve teksten te begrijpen.
JA
NEIN

Slide 10 - Poll

Ich kann
het onderwerp te bepalen van korte kijk-/luisterfragmenten.
JA
NEIN

Slide 11 - Poll

Grammatik - persoonlijk vnw 4e nv
mich
dich
ihn
sie
es
uns 
euch
sie/Sie
mij
jou
hem
haar
het
ons
jullie
hen/hun & u
Kapitel 4:
Lektion 2: Übung 9

Slide 12 - Slide

Grammatik - 3e naamval uitgangen
M
O
V
MV
1e
der
ein
das
ein
die
eine
die
keine
4e
den
einen
das
ein
die
eine
die
keine
3e
dem
dem
der
den -n
einem
einem
einer
keinen -n

Slide 13 - Slide

Grammatik - 3e naamval voorzetsels

Slide 14 - Slide

1
2
3
4
Grammatik
Zeitangaben
Grammatik
Hausaufgaben

Unterrichtsstunde Deutsch
Arbeitsblatt machen
sehe
nochmal wiederholen
Aufgabe von gestern kontrollieren
 

Slide 15 - Slide