3gt th 5 bas 2 zenuwcellen en zenuwen

Bas 2 zenuwcellen en zenuwen
Boek 3B thema 5 regeling bas 2
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bas 2 zenuwcellen en zenuwen
Boek 3B thema 5 regeling bas 2

Slide 1 - Slide

Herhaling bas 1
lesdoelen: 
  • Weten uit welke onderdelen het zenuwstelsel is opgebouwd
  • Ken je de begrippen: Prikkel, Impuls, centraal zenuwstelsel en zenuwen

Slide 2 - Slide

Hoe noem je een invloed uit het milieu op een organisme?

Slide 3 - Mind map

De functies van zintuigen zijn......
A
Prikkels opvangen
B
Impulsen opvangen
C
Prikkels maken
D
Impulsen maken

Slide 4 - Quiz

Welke opmerking over impulsen is juist?
A
Impulsen laten zintuigen reageren
B
Zintuigen nemen Impulsen van buiten je lichaam waar
C
Impulsen kunnen ontstaan in zintuigen
D
Impulsen gaan altijd naar spieren toe

Slide 5 - Quiz

Ruggenmerg behoort tot het centraal zenuwstelsel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen welke verschillende zenuwcellen er zijn en hoe deze eruit zien
  • Je kunt uitleggen hoe zenuwcellen impulsen doorgeven
  • Je kunt uitleggen hoe een zenuw in elkaar zit
  • Je kunt uitleggen in welk deel van het centraal zenuwstelsel verschillende zenuwen uitkomen

Slide 7 - Slide

Zenuwcellen
Verzenden van impulsen gaat via zenuwcellen
Zenuwcellen bestaan uit: Cellichaam en uitlopers

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Typen zenuwcellen
Gevoelszenuwcellen

Bewegingszenuwcellen

Schakelcellen

Slide 10 - Slide

Gevoelszenuwcel

Slide 11 - Slide

Bewegingszenuwcel

Slide 12 - Slide

Schakelcel

Slide 13 - Slide

Een andere benaming voor gevoelszenuwcel is....
A
sensorische zenuwcel
B
motorische zenuwcel

Slide 14 - Quiz

Het cellichaam van een gevoelszenuwcel ligt....
A
vlakbij het centrale zenuwstelsel
B
in het centrale zenuwstelsel

Slide 15 - Quiz

Op een gevoelszenuwcel lopen de impulsen:
A
naar het cz toe
B
van het cz af
C
via het ruggenmerg naar de hersenen
D
via het ruggenmerg naar de spieren

Slide 16 - Quiz

Een schakelcel:
A
heeft geen cellichaam
B
heeft het cellichaam buiten het cz liggen
C
ligt helemaal binnen het cz
D
heeft alleen uitlopers in het cz liggen

Slide 17 - Quiz

Wat is de functie van een schakelcel?
A
Impulsen geleiden
B
Nieuwe cellen maken
C
Prikkels genereren
D
Prikkels omzetten naar impulsen

Slide 18 - Quiz

Een bewegingszenuwcel heeft een langere uitloper dan een schakelcel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Welke boodschap geeft de bewegingszenuwcel door?
A
Impuls vanuit zintuig
B
Prikkel vanuit zintuig
C
Impuls vanuit hersenen
D
Prikkel vanuit hersenen

Slide 20 - Quiz

Een bewegingszenuwcel
A
Stuurt impulsen naar zintuigen
B
Stuurt zowel impulsen naar zintuigen als naar de spieren
C
Stuurt impulsen naar de spieren

Slide 21 - Quiz


Welke zenuwcel is een bewegingszenuwcel?
A
Type 1
B
Type 2
C
Type 3

Slide 22 - Quiz

Hoe werken zenuwcellen samen

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Welke typen zenuwcellen zie je in de afbeelding hieronder?
bewegingszenuwcel
gevoelszenuwcel
schakelzenuwcel

Slide 25 - Drag question

3D-printer herstelt beschadigde zenuw

Slide 26 - Slide

Zenuwen
Meerdere impulsen via meerdere uitlopers
Die uitlopers liggen bij elkaar: vormen een zenuw
Elke uitloper is omringd door een isolerend laagje
Om een zenuw zit bindweefsel

Slide 27 - Slide

3 typen zenuwen
Gevoelszenuw: met alleen uitlopers van gevoelszenuwcellen

Bewegingszenuw: met alleen uitlopers van bewegingszenuwcellen

Gemengde zenuw: met uitlopers van én gevoelszenuwcellen én bewegingszenuwcellen

Slide 28 - Slide


Waar gaan de zenuwen heen?

Slide 29 - Slide

Huiswerk
  • Maken opdracht 6 t/m 13
  • online of in je boek

Slide 30 - Slide