e6- H. 6 Lezen-havo2

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les kun je bepalen voor welk publiek een tekst is geschreven




H.6 blz. 172


1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les kun je bepalen voor welk publiek een tekst is geschreven




H.6 blz. 172


Slide 1 - Slide

Proefwerk in de proefwerkweek = 
Lezen 4 t/m 6

Neem ook de eerste hoofdstukken nog eens door en bekijk online hoofdstuk 4 van het havo 1 boek voor de tekstverbanden die je eerder geleerd hebt






Slide 2 - Slide

Een schrijver houdt altijd rekening met zijn publiek, want anders bereikt hij zijn doel niet. Je kunt aan verschillende dingen zien voor welke lezers een tekst bedoeld is:

Slide 3 - Slide

onderwerp – Een tekst over de nieuwste schoolagenda’s is voor jongeren en een tekst over uitjes met je kleinkinderen is voor ouderen.

Slide 4 - Slide

de bron – Een tekst in Fashionista is voor meisjes en een tekst op de website van PowerUnlimited is meer voor jongens. 


Zo zijn er ook bladen en websites voor vrouwen (LINDA.), mannen (AutoWeek), tuinliefhebbers (Groei & Bloei), dancefanaten (DJ Mag NL) en ga zo maar door. Dagbladen zijn meestal gericht op een algemeen publiek.

Slide 5 - Slide

het taalgebruik – Een tekst in een jongerenkrant heeft korte zinnen en weinig moeilijke woorden. Een wetenschappelijke tekst heeft vaak lange zinnen en veel moeilijke woorden.
– In teksten die voor een specifiek publiek zijn bestemd, lees je meer jargon (vaktermen), zoals ‘blancheren’ en ‘julienne’ in recepten voor kookfanaten.

Slide 6 - Slide

– Teksten voor jongeren herken je vaak aan typische jongerenwoorden, zoals ‘epic’ en ‘wreed’; ook word je als lezer dan meestal met ‘jij’ en ‘jou’ aangesproken.
de lay-out – Advertenties, teksten voor jongeren en populaire weekbladen voor een breed publiek (zoals Quest, Glossy) zijn vaak rijk geïllustreerd en hebben meestal grote koppen en veel kleuren. Tijdschriften voor een kleiner publiek (zoals Onze
Taal, New
Scientist) hebben niet zoveel illustraties en zijn vaak zakelijker opgemaakt.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Aan de slag

Slide 9 - Slide

Lees voordat je de opdrachten maakt de theorie nog eens goed door.

Maken:

blz.172 
startopdr. 
opdr. 1-2-4

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?


Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................

Slide 12 - Slide

H2A-2021

Slide 13 - Slide