Herhalen H3 Interbellum

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Herhalen H3 Interbellum

Wat was de Russische Revolutie?

1. Een militaire coup in Rusland in 1914.
2. Een politieke omwenteling in Rusland in 1917.
3. Een economische crisis in Rusland in 1905.
4. Een religieuze beweging in Rusland in 1920.

Hoe ging Rusland heten onder het bewind van de communist Lenin?

Sovjet-Unie

De opvolger van Lenin was Stalin.
Wat hoort niet bij de totalitaire staat van Stalin?

1. zuiveringen
2. één partij
3. persvrijheid
4. geheime politie

Collectivisatie =

1. Strijd voor gelijke rechten voor de arbeiders en boeren.
2. Economisch systeem waarin de overheid besluit wat en hoeveel er geproduceerd wordt
3. Gebruik van geweld tegen willekeurige personen door de overheid.
4. Kleine, zelfstandige bedrijven samenvoegen tot een groot, gemeenschappelijk bedrijf.

Wat wordt er bedoeld met:
indoctrinatie?

1. Systematisch opdringen van ideeen
2. Mensen proberen bang te maken
3. Mensen proberen mee te laten vechten voor je land
4. Een einde maken aan vrijheid van meningsuiting

Het communistische Sovjet-Unie is een voorbeeld van

1. een extreemrechtse totalitaire staat
2. een extreemlinkse totalitaire staat

De Republiek van Weimar

1. Is een parlementaire democratie geregeerd met alle vertrouwen van het volk
2. Is een absolute monarchie geregeerd door een groep extremistische partijen
3. Is een parlementaire democratie geregeerd met weinig vertrouwen van het volk
4. Is een absolute monarchie geregeerd met weinig vertrouwen van het volk

Wat is de dolkstootlegende?

1. Complottheorie dat Duitsland de oorlog niet verloren had maar was verraden door de sociaaldemocratische leiders, communisten, joden
2. Complottheorie dat de Duitse legerleiding ontvoerd was door de Fransen en daardoor verloren hadden.

Hoe heet het plan van de VS in 1924 om Duitsland economisch te helpen?

Hoe gebruikt Hitler de economische crisis in Duitsland om aan de macht te komen?

Hitler gaf de mensen weer vertrouwen

Hij zorgde voor werkgelegenheid

- aanleggen van wegen

- maken van wapens

- dienstplicht werd ingevoerd

Noem een kenmerk van de NSDAP

NSDAP (Partij van Hitler)

Iedereen in dienst van de staat (geen democratie)

Sterke leider, Fuhrer principe

Gelijkschakeling, aanpassen aan de ideeën van de nazi's

Geloof in rassenleer, antisemitisme

Het nazi Duitsland is een voorbeeld van

1. een extreemrechtse totalitaire staat
2. een extreemlinkse totalitaire staat

Noem een voorbeeld van antisemitisme in Duitsland tijdens het interbellum

Antisemitisme (Jodenhaat)

Joodse ambtenaren werden ontslagen

Joodse kinderen mochten niet meer naar school

Joden mochten niet meer naar parken en bioscopen

Joodse winkels werden vernield

Appeasment politiek 

vrede bewaren door oorlog te vermijden

Hendrik Colijn > minister president van Nederland

Economische crisis tegen gaan door de aanpassingspolitiek

• Niet investeren
• Bezuinigen
• Verlagen uitkeringen

Welke gevolgen had de aanpassingspolitiek in Nederland?

Veel werkeloosheid en armoede

• Werkverschaffing
• Steunuitkering (stempelen)

Wat weet je van Anton Mussert?

1. leider van Duitse volk
2. leider van Nederlands volk
3. leider van NSB
4. leider van NSDAP

Anton Mussert

oprichter en leider van de NSB

Voor afschaffing van de democratie

voor 1 partij en 1 leider

collaboratie (samenwerking met de Duitsers)