Hoofdstuk 4 - Wonen in NL - paragraaf 1+2

H4.1 Nederland geheel geordend
Urbanisatie
Suburbanisatie
Steeds meer woningen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H4.1 Nederland geheel geordend
Urbanisatie
Suburbanisatie
Steeds meer woningen

Slide 1 - Slide

Urbanisatie
Historische binnenstad
Agglomeratie
Stadsgewest

Slide 2 - Slide

Waarom trokken mensen rond 1900 naar de stad?

Slide 3 - Open question

Leven in de stad
-Vlakbij fabrieken
-Slechte voorzieningen
-Gevolgen voor gezondheid
-Selectieve groep ontvlucht stad

Slide 4 - Slide

Suburbanisatie
-Na de 2e wereldoorlog
-Ruimtegebrek in de steden
-Welvaart!

Wie vertrokken voornamelijk uit de steden?

Slide 5 - Slide

Gevolgen suburbanisatie
-Uit de stad vertrekken meer mensen dan er zich vestigden. 
- ouderen die niet meer willen verhuizen, blijven achter in de stad. => vergrijzing, armere inkomens, allochtone bevolking

Tweedeling in de stad

Slide 6 - Slide

Gevolgen suburbanisatie
Effect op voorzieningen

In de binnenstad meer andere functies dan wonen

Verdwijning van steeds meer open ruimte in Nederland

Slide 7 - Slide

Steeds meer woningen
Eenpersoonshuishoudens

Meer scheidingen

Lagere woningdichtheid

Slide 8 - Slide

Rond 1900 vond er vooral suburbanisatie plaats
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

De wijken die rondom de fabrieken gebouwd werden waren van goede kwaliteit
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Welgestelden mensen ontvluchten de stad om op het platteland te wonen, dat is een voorbeeld van:
A
Urbanisatie
B
Effectieve migratie
C
Re-urbanisatie
D
Selectieve migratie

Slide 11 - Quiz

De mensen die achter bleven in de steden na WOII, waren vooral de:
A
Ouderen
B
Jongeren
C
Mensen met een migratieachtergrond
D
Gezinnen

Slide 12 - Quiz

De belangrijkste reden dat er na WO II suburbanisatie kon plaatsvinden kwam door:
A
Ruimtegebrek in de steden
B
Groei van de welvaart
C
Vermindering relatieve afstand
D
Bouw van Vinex-wijken

Slide 13 - Quiz

Woonomgeving - leefomgeving
H4 Buurtprofiel

Slide 14 - Slide

Waar let je op als je
ergens gaat wonen?

Slide 15 - Mind map

Slide 16 - Slide

Buurtprofiel
  1. Woningkenmerken
  2. bewonerskenmerken
  3. kenmerken van de woonomgeving

Slide 17 - Slide

Woningkenmerken

  • ouderdom
  • eigendom
  • woningtype
  • staat van onderhoud

Slide 18 - Slide

Bewonersken-merken

  • Grootte huishouden
  • Etniciteit
  • Inkomen
  • Gezinsfase
  • Leeftijd bewoners

Slide 19 - Slide

Woonomgeving
Sociale veiligheid

Subjectief: gevoel
Objectief: gemeten 

Afhankelijk van persoonlijke kenmerken

Slide 20 - Slide

Probleemwijken

Slide 21 - Slide

Actie op sociale vlak
Sociale cohesie: bereidheid om een actieve rol te spelen in de buurt
-> buurt- of wijkvoorzieningen

Burgerschap: manier waarop men deelneemt aan de samenleving en de leerbaarheid vormgeeft

Slide 22 - Slide

Actie op fysieke vlak
Openbare ruimte

-> toegankelijkheid verbeteren:
  • Onderhoud
  • Overzichtelijkheid
  • Toezicht

Slide 23 - Slide