Blok 2 boek 5

Steden en dorpen
1 / 40
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Steden en dorpen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
opstart
terugblik
Leerdoelen
uitleg
aan de slag

Slide 2 - Slide

Noem een verschil tussen de munten nu en vroeger

Slide 3 - Open question

Bij welke sector horen de volgende plaatjes?

Slide 4 - Slide


A
Primaire
B
secundaire
C
Tertiaire

Slide 5 - Quiz


A
Primaire
B
secundaire
C
Tertiaire

Slide 6 - Quiz

Leerdoelen
  1. Je kan uitleggen wat Hanze steden zijn en je kan een voorbeeld geven van een Nederlandse Hanze stad.
  2. Je kan uitleggen waarom steden nu, partnersteden hebben
  3. Je kan uitleggen wat een gilde is.

Slide 7 - Slide

Samenwerking
  • Steden en gemeenten werken veel samen.
  • Dit doen ze al vanaf de middeleeuwen.
  • Bijna 200 Noord-Europese steden werkten samen.
  • Zij handelden in zout, graan, vis, hout, wijn, bier, dierenhuiden en wol.

Slide 8 - Slide

Hanzesteden
De steden die samenwerkten op deze manier kregen de naam Hanzesteden.

Slide 9 - Slide

3

Slide 10 - Video

00:23
Welke stad was vroeger belangrijker dan de grote steden nu?

Slide 11 - Open question

01:17
Waarom ontstonden de Hanzesteden in het Oosten van Nederland?

Slide 12 - Open question

03:02
Hoe werden de eerste handelsschepen uit Nederland genoemd?
A
Trog
B
kratte
C
Kogge
D
Tokke

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

gevelstenen
  • Straatnamen en huisnummer bestonden vaak nog niet.
  • Om een huis te kunnen vinden, hadden huizen een gevelsteen.
  • Op een gevelsteen stond de ambacht die er te vinden was in het huis.

Slide 15 - Slide

Gildes
  • Er waren in een stad veel ambachtslieden.
  • Mensen die hetzelfde ambacht uitvoerde waren lid van een Gilde.
  • Het gilde bepaalde de prijs van producten, controleerde de kwaliteit ervan en zorgde voor de opleiding van nieuwe ambachtslieden.
  • Die opleiding ging als volgt:
  • Jongens begonnen als leerling bij een lid van het Gilde.
  • Je werd gezel als je alle basisvaardigheden bezat.
  • Na het afleggen van de meesterproef, mocht je pas een bedrijf beginnen.


Slide 16 - Slide

Waarvoor werden gevelstenen gebruikt in het verleden?
A
Om huizen te vinden
B
Als identificatie voor belastingdoeleinden
C
Als decoratie aan de gevel
D
Om de geschiedenis van de stad te tonen

Slide 17 - Quiz

Wat stond er vaak op een gevelsteen in Nederland?
A
De ambacht die er te vinden was
B
De naam van de eigenaar
C
De straatnaam en huisnummer
D
Een historische afbeelding

Slide 18 - Quiz

Wat deden Gildes in de middeleeuwse steden?
A
Bepaalde de prijs van producten, controleerde de kwaliteit, en zorgde voor opleiding van ambachtslieden
B
Organiseerden feesten en evenementen
C
Schreven wetten en regels voor de stad
D
Verdedigden de stadsmuren

Slide 19 - Quiz

Wat deden de Hanzesteden samen?
A
Het bouwen van kastelen
B
Het maken van kleding
C
Het verbouwen van groenten
D
Handelen in zout, graan, vis, hout, wijn, bier, dierenhuiden en wol

Slide 20 - Quiz

Aan de slag
  • Je gaat zelfstandig aan de slag met de volgende opdrachten van blok 2  : 1, 3, 4, 5cd, 7, 8 en 9.
  • Ben  je klaar? Dan maak je keuze menu A, B of C vanaf bladzijde 27. 
  • Werk je online dan moet je van mij in de klas komen. Dat kun j e doen door de volgende code toe te voegen: 
  • 1F: 7GW9G34E
  • 1E: PVZNCUMR
  • 1D: EBRN3UTA

timer
10:00

Slide 21 - Slide

Blok 2 
deel 2

Slide 22 - Slide

Wat gaan we doen?
opstart
terugblik
Leerdoelen
uitleg
aan de slag

Slide 23 - Slide

Hanzesteden

Slide 24 - Mind map

Wat voor producten werden verhandeld door de Noord-Europese steden?
A
Kleding, elektronica, auto's, computers
B
Zout, graan, vis, hout, wijn, bier, dierenhuiden en wol

Slide 25 - Quiz

In welke eeuw begonnen steden en gemeenten met samenwerken?
A
Baroktijd
B
Industriële Revolutie
C
Middeleeuwen
D
Renaissance

Slide 26 - Quiz

Wat deden Gildes in de middeleeuwse steden?
A
Bepaalde de prijs van producten, controleerde de kwaliteit, en zorgde voor opleiding van ambachtslieden
B
Organiseerden feesten en evenementen
C
Schreven wetten en regels voor de stad
D
Verdedigden de stadsmuren

Slide 27 - Quiz

Leerdoelen
  1. Je kan vertellen wat stadsrechten zijn
  2. Je kan uitleggen wat verpaupering is.
  3. Je kan uitleggen wat stedelijke vernieuwing is.

Slide 28 - Slide

Stadsrechten 1
  • Vaak groeide een dorp uit tot stad.
  • Hier was dan een heer nog de baas.
  • Inwoners van de stad waren het hier niet mee eens.
  • De heer en de stad maakte hierdoor afspraken.
  • Een stad kreeg zo rechten.
  • Deze afspraken heten stadsrechten.

Slide 29 - Slide

stadsrechten 2
Zo kregen steden het recht om hun stad zelf te besturen.
Ze mochten een stadsmuur bouwen, markten organiseren en tol heffen.
 In ruil daarvoor moesten de steden belasting betalen aan de heer en hem helpen als er oorlog was.


Slide 30 - Slide

stadsrechten 3
  • Tegenwoordig bestaan stadsrechten niet meer. Wetten en voorzieningen voor iedereen zijn landelijk geregeld, zoals wegen, politie en onderwijs. Nederlanders betalen daarom belasting aan de landelijke overheid. Steden en plattelandsgemeenten hebben wel een eigen bestuur, maar die krijgen het meeste geld van de landelijke overheid.

Slide 31 - Slide

Waarom willen mensen in de stad wonen?
  • Mensen wilde vroeger graag in de steden gaan wonen (middeleeuwen).
  • Waarom?
  • Op het platteland hadden ze weinig rechten.
  • Horige mochten het land niet af en moesten herendiensten doen.
  • Woonde je 1 jaar in de stad, dan was je een vrij burger.

Slide 32 - Slide

pauper
  • Door verpaupering neemt de waarde van de huizen af.
  •  Dat kan juist het begin zijn van verbetering, vooral als de wijk een bijzondere bouwstijl heeft of centraal ligt in de stad.
  • Mensen die zo’n wijk aantrekkelijk vinden of de gemeente gaan de wijk opknappen. Zulke verbeteringen heten stedelijke vernieuwing. De gemeente helpt dan ook met nieuwe activiteiten in de buurt.

Slide 33 - Slide

Forensen
Wat zijn dit?

Slide 34 - Slide

Wat gebeurt er tegenwoordig met stadsrechten?
A
Ze zijn overgedragen aan de steden
B
Ze bestaan niet meer, wetten zijn landelijk geregeld
C
Ze zijn versterkt door lokale overheden
D
Ze zijn vastgelegd in de grondwet

Slide 35 - Quiz

Waarom kan verpaupering van een wijk juist het begin zijn van verbetering?
A
Het leidt tot verhoging van huizenprijzen
B
Het maakt de wijk minder aantrekkelijk voor bewoners
C
Het zorgt voor meer belastinginkomsten
D
Het kan aantrekkelijk zijn voor stedelijke vernieuwing

Slide 36 - Quiz

Wat gebeurde er met mensen die een jaar in de stad woonden in de middeleeuwen?
A
Ze werden gedwongen tol te heffen
B
Ze werden herendiensten verplicht
C
Ze werden verbannen uit de stad
D
Ze werden vrij burger

Slide 37 - Quiz

Wat mochten steden doen nadat ze stadsrechten hadden?
A
Een stadsmuur bouwen, markten organiseren en tol heffen
B
Helpen bij oorlog in het platteland
C
Afstand doen van zelfbestuur
D
Belasting betalen aan de heer

Slide 38 - Quiz

Waarom kregen steden stadsrechten?
A
Om hun stad zelf te besturen
B
Om horige te laten wonen in de stad
C
Om herendiensten te doen voor de heer
D
Om belasting te betalen aan de heer

Slide 39 - Quiz

Aan de slag
  • Je gaat zelfstandig aan de slag met de volgende opdrachten van blok 2  : 1, 3, 4, 5cd, 7, 8 en 9. nieuw: 10, 11, 13, 15, 16, 19 en 21
  • Ben  je klaar? Dan maak je keuze menu A, B of C vanaf bladzijde 27. 
  • Werk je online dan moet je van mij in de klas komen. Dat kun j e doen door de volgende code toe te voegen: 
  • 1F: 7GW9G34E
  • 1E: PVZNCUMR
  • 1D: EBRN3UTA

timer
10:00

Slide 40 - Slide