Voor 1848 had de koning alle macht
In 1848 herziening van de Nederlandse grondwet
o.l.v Johan Rudolph Thorbecke
Einde aan de macht van de koning
Invoering ministeriële verantwoordelijkheid
(De ministers leggen niet langer verantwoording af aan de koning, maar aan het parlement, de Eerste en Tweede kamer
Voor 1848: districtenstelsel. Met beperkte verkiezingen.
Vanaf 1848:
Censuskiesrecht ( als je belasting kon betalen)