Tradities - Op bedevaart

1 / 26
next
Slide 1: Slide
StudielessenPraktijkonderwijsLeerjaar 1-4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/laptop voor je
       Start je Chromebook/laptop op
       Log in op www.lessonup.app 
       Stop je telefoon in je Zakkie in je tas
       Pak je opdrachtenboekje en een pen/potlood
      
timer
2:30

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les...
  • weet ik wat een synoniem is en kan ik hier een voorbeeld van geven. 
  • kan ik uitleggen hoe je het beste een betekenis bij een begrip kunt zoeken.

Slide 3 - Slide

Inleiding 
Tijdens de eerste twee lessen ben je meer te weten gekomen over cultuur, tradities en normen, waarden en gewoontes.

Ook heb je nagedacht over manieren om op een nette of aardige manier dingen te zeggen of vragen.

Slide 4 - Slide

Even terugblikken

Jullie hadden hier al verschillende ideeën bij:
Criteria om 'tips' te geven
  1. Zeg iets met een 'grapje'.
  2. Neem iemand even apart, en zeg het niet in een groep.

Om dit lijstje met 'tips' aan te vullen, bespreekt de docent iedere les een bijzondere stelling. Reageer hier op een nette en aardige manier op.  
Kunnen jullie meer tips bedenken?

Slide 5 - Slide

Tijdens alle feestdagen moet social media verboden worden.



Wil je hierop reageren? Denk dan eerst goed na over hoe je dit netjes en aardig kunt doen. Steek dan je vinger op. 
Let op!
Hoe wordt er gereageerd?
Kunnen we het lijstje met tips aanvullen?
Criteria die we al hadden
  1. Zeg iets met een 'grapje'.
  2. Neem iemand even apart, en zeg het niet in een groep.

Slide 6 - Slide

In hoeverre werd er netjes en aardig gereageerd?
😒🙁😐🙂😃

Slide 7 - Poll

Instructie 
We lezen gezamenlijk de tekst.
Onderstreep woorden die je (nog) niet kent.
Bedenk na iedere alinea: begrijp ik waar de tekst over gaat?

De docent geeft na iedere alinea gelegenheid om vragen te stellen.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Theorie
Twee woorden worden synoniemen genoemd als ze allebei (ongeveer) hetzelfde betekenen. 

Voorbeelden:
afwas - vaat
liegen - jokken
toilet - wc

Slide 10 - Slide

Aan de slag!

We maken gezamenlijk de eerste vier vragen. 

Daarna ga je in groepjes aan de slag met opdracht 5.

Slide 11 - Slide

Opdracht 5
Koppel de begrippen aan de juiste omschrijving. 

  1. Begin met de begrippen die je al kent.
  2. Welke houd je over?
  3. Kun je raden welke omschrijving daar dan bij hoort?
  4. Als je het echt niet weet, mag je het opzoeken.

Slide 12 - Slide

Opdracht 5
Maak opdracht 5 op bladzijde 115 en 116.

Ben je klaar?
Werk aan je taken in Numo. 

Slide 13 - Slide

Nakijken
We kijken opdracht 5 na.
Zet een streep onder de begrippen die je niet goed hebt. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Hoe vind je de juiste betekenis? Heb je tips?

Slide 19 - Mind map

Even testen
Kunnen we de tips uit de vorige slide gebruiken om de juiste omschrijvingen bij deze begrippen te vinden? 



Slide 20 - Slide

Ik weet hoe ik een omschrijving bij een begrip kan zoeken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

4

Slide 22 - Video

01:38
Wie feliciteer jij op een verjaardag?
Alle mensen die er zijn.
Alleen mensen die ik goed ken.
Alleen de jarige.

Slide 23 - Poll

02:50
Zou jij dit doen met je kind?
Ja.
Nee.

Slide 24 - Poll

03:49
Hoe zou je willen dat jouw begrafenis is? Verdrietig of een feestje?

Slide 25 - Open question

04:53
Zou je hieraan meedoen?
Ja.
Nee.

Slide 26 - Poll