Ridders en monniken oefenvragen

• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 5

Ridders en Monniken

Oefenen voor de toets

De tijd van ridders en monniken liep van het jaar ... tot ...

Adel

Geestelijken

Boeren

Dat waren mensen die bij de kerk hoorden

Deze mensen moesten keihard werken voor de mensen van adel: in het kasteel, op het land of in het leger

Dat waren de rijke mensen die de baas waren over kastelen en grote stukken grond.

Wat zijn horigen?

1. Een soort monniken
2. Boeren die voor een heer werken
3. Vrouwen die geen rechten hadden
4. Dappere ridders

Als de oogst mislukte, was dit een probleem voor...

1. de horige
2. de leenheer
3. de horige en de leenheer

Zet op de goede volgorde:

1

2

3

Ridder

Page

Schildknaap

Waar zie je een maliënkolder

1. 
2. 

Wat voor gevecht zie je hier?

1. Een groot toernooi
2. Een tweegevecht te voet
3. Een steekspel (joust)

Wat is een beleg?

1. Het omsingelen van een kasteel
2. Broodbeleg, zoals hagelslag
3. Een vorm van bidden
4. Speciale tekens op het schild van een ridder

Eerst waren kastelen van hout. Waar werden de kastelen later van gemaakt?

Dieren houden in een kasteel was belangrijk, omdat de poorten van het kasteel soms lang dicht moesten.

1. Waar
2. Niet waar

De kasteelheren konden in hun eigen kasteel geen wapens maken of repareren

1. Waar
2. Niet waar

De kasteelheren legden waterleidingen aan binnen het kasteel, zodat ze altijd water hadden.

1. Waar
2. Niet waar

Monniken schreven boeken over met een ganzenveer en inkt

1. Waar
2. Niet waar

Benedictus vond dat de mensen te veel aan God dachten

1. Nee, hij wilde mensen bekeren
2. Ja, hij wilde dat mensen harder gingen werken

Tegenwoordig wordt de uitdrukking 'monnikenwerk' nog steeds gebruikt. Wat betekent het?

1. Werk waarbij je moet schrijven
2. Werk dat heel veel tijd kost
3. Werk waarbij je aan een bureau moet zitten

Waar lieten mensen hun afval in de middeleeuwen? (2 antwoorden goed)

1. Naar de vuilnisbelt
2. Naar de rivier
3. Ze lieten het op straat achter

Ben jij klaar voor de toets?

Ja, ik ben helemaal klaar voor de toets!

Ja, maar ik ga de samenvatting nog wel goed doorlezen

Nee, ik voel me nog niet helemaal klaar