De verzorgingsstaat

De verzorgingsstaat
1 / 27
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieTaal+3BasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Introduction

Nederland is een verzorgingsstaat. Dat betekent dat de politiek veel geld uitgeeft aan de bevolking, bijvoorbeeld door uitkeringen te regelen en door de zorg te betalen. Niet alle mensen zijn het hiermee eens. Zij willen dat iedere Nederlander evenveel geld van de overheid krijgt, of je nu werkt of niet. Wat vinden de leerlingen in uw klas ervan? Ze schrijven het in een betoog.

Items in this lesson

De verzorgingsstaat

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Denkgesprek
Weet weet jij al?
Stel je voor: je wordt morgen wakker en opeens hebben jouw ouders geen baan meer. Verandert er iets in jouw leven, denk je? Wat dan?
Een denkgesprek voeren doe je zo!
Lees de vraag en denk er voor jezelf over na. Deel vervolgens jouw ideeën in je groepje. Bespreek jullie ideeën en gedachtes. Al doende word je mondelinge taalvaardigheid groter.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vragenmuur & Weetmuur
Wat wil jij weten over Nederland als verzorgingsstaat? Schrijf je vragen op en plak ze op de vragenmuur!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Dit ga je leren
Wereldoriëntatie
Na deze les:
  • weet ik hoe Nederland als verzorgingsstaat is georganiseerd.
  • weet ik wie Willem Drees en Marga Klompé waren en wat zij voor onze verzorgingsstaat hebben betekend.

Woordenschat
  • Na deze les ken ik de belangrijke woorden die met de verzorgingsstaat te maken hebben.
Taal
  • Na deze les kan ik een betoog schrijven waarin ik mijn mening geef over de stelling: Iedere Nederlander moet van de overheid hetzelfde bedrag per maand krijgen, of je nu werkt of niet!

Slide 4 - Slide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Verdiepende tekst

Lees de tekst en arceer de woorden die je nog niet kent geel. Arceer in ieder geval:

  • voor niets gaat de zon op
  • de uitkering
  • de Algemene Ouderdomswet (AOW)
  • De Werkloosheidswet (WW)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

de verzorgingsstaat
Woordenschat
de Werkloosheidswet (WW)
Wet waarop je een beroep kunt doen als je werkloos wordt.
Cheryl werd werkloos. Hij kreeg WW van de overheid.
de uitkering
Een geldbedrag waarmee mensen die niet kunnen of hoeven te werken geholpen worden.
Anne werd werkloos en kreeg een uitkering van de overheid.
De verzorgingsstaat
Als de politiek van een land veel geld uitgeeft aan de bevolking, bijvoorbeeld door uitkeringen te regelen en door de zorg te betalen.
Nederland is een verzorgingsstaat
de Algemene Ouderdomswet (AOW)
De oudste uitkering in Nederland. Je krijgt AOW als je 66 jaar en vier maanden oud bent. Je hoeft dan niet meer te werken, maar krijgt toch een inkomen van de overheid.
Het kan zijn dat de leeftijd waarop je in Nederland AOW krijgt verschuift. Misschien moet jij wel tot je 67e doorwerken, voordat je AOW krijgt.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Woordenschat
Ga met behulp van de hulpkaart op zoek naar de betekenis van de woorden die jij hebt gearceerd. 
Weet je de betekenis nog niet? Zoek dan de betekenis van het woord op, op deze website. Schrijf de betekenis voor jezelf op in je projectschrift. 
Hulpkaart

Slide 7 - Slide

Woordenschat
Bespreek de belangrijke woorden met uw leerlingen. De hulpkaart kan helpen om achter de betekenis van de woorden te komen. In hun logboek noteren de leerlingen de betekenis van de woorden die ze nog niet kenden.
..
.
Hoe noem je het geldbedrag waarmee mensen die niet kunnen of hoeven te werken uit de brand worden geholpen?
Heb jij het artikel en filmpje goed begrepen? Test je kennis!
A
AOW
B
een uitkering
C
WW
D
ZW

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Heb jij de tekst en filmpjes goed begrepen?
Test je kennis!
WAAR of NIET WAAR? Slepen maar!
WAAR
NIET WAAR
Als je een tijd betaald werk hebt gedaan en je wordt plotseling werkloos, dan heb je recht op De Werkloosheidswet (WW). Je krijgt dan een bepaalde periode een percentage van je oude loon.

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

..
.
Waar staat de afkorting AOW voor?
Heb jij het artikel en filmpje goed begrepen? Test je kennis!
A
Oudemensenwet
B
Aardige Ouderdom Wet
C
Andere Kijk Op Wetten
D
Algemene Ouderdomswet

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Bekijk het filmpje over Willem Drees.
Maak tijdens en na het kijken aantekeningen in je projectschrift.

Slide 11 - Slide

Filmpje
De leerlingen bekijken het filmpje en maken tijdens het kijken aantekeningen in hun logboek.
Heb jij de tekst en filmpjes goed begrepen?
Test je kennis!
WAAR of NIET WAAR? Slepen maar!
WAAR
NIET WAAR
Voordat Willem Drees minister-president van Nederland werd moesten ouderen blijven werken, omdat ze anders geen inkomen hadden.

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Kan jij het paspoort van Willem Drees volledig maken?
Willem Drees

Bijnaam:


 


Minister-president:



Bedacht: 


Belangrijk geweest voor: 
Geboren: 5 juli


Overleden: 


Geboorteland


14 mei 1988
1886
Vadertje Drees
van 1948 tot 1958
Noodwet Ouderdoms-voorziening 
Nederland als verzorgingsstaat

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Marga Klompé
Een andere belangrijke persoon in deze eeuw is Marga Klompé. In 1956 werd zij als minister van Maatschappelijk Werk de eerste vrouwelijke minister van Nederland. En in 1965 stelt ze de Algemene bijstandswet (Abw) in. Deze wet zorgt ervoor dat als mensen niet goed in hun levensonderhoud kunnen voorzien, ze worden geholpen door de staat. Voordat deze wet bestond moesten deze mensen bijvoorbeeld bij familieleden aankloppen. Deze wet maakt het voor armere Nederlanders een stuk gemakkelijker om zelfstandig te leven!
Bekijk het filmpje.

Slide 14 - Slide

Verwerkingsopdracht
.
Als je straks een bijbaantje hebt, moet je een beetje geld afstaan (je betaalt belasting). Een deel hiervan wordt aan mensen gegeven die niet kunnen of hoeven te werken. Wat vind je hiervan?
Wat vind jij?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

EENS of ONEENS?

Trek een denkbeeldige lijn in de klas. Helemaal links = helemaal oneens. Helemaal rechts = helemaal eens. 

In hoeverre ben jij het eens met de uitspraak hiernaast? Ga op een plek op de lijn staan. Kun je uitleggen waarom je juist daar bent gaan staan? Luister naar de mening en argumenten van je klasgenoten. Heeft iemand je overtuigt? Loop dan naar een andere plek op de lijn.
Wat vind jij?
Iedere Nederlander moet van de overheid hetzelfde bedrag per maand krijgen, of je nu werkt of niet!

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht
Je hebt al bedacht hoe jij denkt over de stelling: Iedere Nederlander moet van de overheid hetzelfde bedrag per maand krijgen, of je nu werkt of niet! Je gaat zo een betoog schrijven over deze stelling. Maar uhm, een betoog schrijven, hoe doe je dat? Ik leg het je uit!

Slide 17 - Slide

Verwerkingsopdracht
Voorbeeld van een betoog bekijken
Geen tablets voor kinderen!
Vrijdagmiddag liep ik door de supermarkt. Tot mijn stomme verbazing zag ik een kind van een jaar of drie met een tablet in zijn hand in de kar zitten, terwijl zijn vader de kar verveeld voor zich uit duwde. Dit lijkt mij geen wenselijke situatie. Sterker nog: ik vind dat tablets voor kinderen jonger dan vijf jaar verboden moeten worden!

Ten eerste is het gebruik van tablets slecht voor de ogen van jonge kinderen. De ogen zouden achteruit gaan, waardoor steeds meer kinderen op latere leeftijd een bril moeten dragen. En dat kost onze overheid jaarlijks een heleboel geld. 

Hiernaast vind ik dat ouders er veel te snel voor kiezen om hun kind een tablet in zijn handen te drukken. Meesje begint nog niet met jengelen of er wordt al een filmpje voor hem opgezet. Op de tablet. Kinderen mogen toch best even verdrietig zijn? Ze moeten toch juist leren hoe ze met verdriet en boosheid om kunnen gaan? 

Ik weet dat er veel mensen zijn die zeggen dat kinderen ook een heleboel leren van het spelen op een tablet, maar dat doen ze tijdens het buitenspelen toch ook? Samen spelen en delen bijvoorbeeld. 

Kortom: ik denk dat het verstandig is om tablets voor kinderen jonger dan vijf jaar te verbieden. Vanaf hun vijfde kunnen ze dan de rest van hun leven nog op de tablet. Een mooi vooruitzicht toch?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

De indeling herkennen
Herken jij de fases? Slepen maar!
Vrijdagmiddag liep ik door de supermarkt. ... t/m ... Sterker nog: ik vind dat tablets voor kinderen jonger dan vijf jaar verboden moeten worden!
Ten eerste ... t/m ... Ze moeten toch juist leren hoe ze met verdriet en boosheid om kunnen gaan? 
Ik weet dat er veel mensen zijn die zeggen dat kinderen ook een heleboel leren van het spelen op een tablet, maar dat doen ze tijdens het buitenspelen toch ook? Samen spelen en delen bijvoorbeeld. 
Kortom: ik denk dat het verstandig is om tablets voor kinderen jonger dan vijf jaar te verbieden. Vanaf hun vijfde kunnen ze dan de rest van hun leven nog op de tablet. Een mooi vooruitzicht toch?
inleiding
argumenten
tegenargument met weerlegging
slot

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions


Wat is het doel van de schrijver van een betoog?
A
Hij wil je vooral informeren.
B
Hij wil je vooral uitleggen hoe je iets stap voor stap kunt doen.
C
Hij wil je vooral vermaken.
D
Hij wil je vooral overtuigen van zijn mening.

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Conclusies
  • De schrijver van een betoog wil je overtuigen van zijn mening.
  • De schrijver begint met een inleiding en geeft in deze inleiding zijn mening: dat is zijn standpunt.
  • De schrijver gebruikt argumenten voor zijn standpunt. Soms bevatten de argumenten feiten die zijn standpunt onderbouwen.
  • De schrijver geeft minimaal één argument tegen zijn standpunt. Dat weerlegt hij.
  • De schrijver eindigt zijn betoog: Hij vertelt nog een keer zijn standpunt en sluit af met een pakkende afsluiter.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Van schrijfkader naar schrijfopdracht
  • Vul het schrijfkader in. 
  • Gelukt? Schrijf dan je betoog op een los blaadje of typ hem in Word. 

                                                        Veel succes!

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Feedback & aanpassen
  • Is jouw betoog af? Haal 'm door de checklist! Wissel je betoog uit met een klasgenoot. Vul de checklist voor elkaar in en pas je tekst aan op basis van de feedback die je hebt gekregen.
  • Gelukt? Upload een foto van jouw betoog op de volgende slide.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Up
Upload een foto van jouw betoog. Wat gaan jullie verder met de betogen doen? Opsturen naar de gemeente? Naar het ministerie in Den-Haag?
Plak jouw
tekst met de ingevulde checklist in je projectschrift.

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Dit weet ik nu & Dit kan ik nu
Wereldoriëntatie

  • Ik weet hoe Nederland als verzorgingsstaat is georganiseerd.
  • Ik weet wie Willem Drees was en wat hij voor onze verzorgingsstaat heeft betekend.

Woordenschat
  • Ik ken de belangrijke woorden die met de verzorgingsstaat te maken hebben.
Taal
  • Ik kan een betoog schrijven waarin ik mijn mening geef over de stelling: Iedere Nederlander moet van de overheid hetzelfde bedrag per maand krijgen, of je nu werkt of niet!
Wat heb jij deze les geleerd? Welke antwoorden heb jij gevonden op jouw leervragen? Schrijf het in je projectschrift.

Slide 25 - Slide

Terugkoppeling lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen. Hebben zij de lesdoelen behaald?
Terugkoppeling eigen leervragen
  • Op welke vragen hebben jullie deze les antwoord gekregen? 
  • Welke vragen zijn nog onbeantwoord? 
  • Hoe kun je ervoor zorgen dat je toch achter het antwoord op deze vragen komt?
Wat heb jij deze les geleerd? Welke antwoorden heb jij gevonden op jouw leervragen? Schrijf het in je projectschrift.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Tot de volgende keer!

Slide 27 - Slide

This item has no instructions