Zwakke werkwoord

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

G2 herhaling

e

Om een werkwoord te vervoegen gaan we uit van de stam.

De stam maak je door -en of -n van het werkwoord te halen.

hoofdregel

stam op d of t

stam op s - klank (-s,-ss,-z,-ß,-x)

schreiben - Max .... einen Brief.

melden- Warum ..... du dich nicht?

Ihr ...... vor der Schule auf den Lehrer.

1. wart
2. wartet
3. warten
4. warte

Du ..... wirklich gut.

1. boxst
2. boxen
3. boxe
4. boxt

Welke uitgang krijgt de du-vorm bij werkwoorden met stam op s-klank (bijv.: reisen)?

Wat is er anders bij werkwoorden met stam op d of t?(zoals arbeiten)

Wie ...... (heißen) du?

1. heiße
2. heißst
3. heißt
4. heißen

Meine Schwester ..... (tanzen) gern.

1. tanzt
2. tanzst
3. tanzet
4. tanzest

Wo ..... (arbeiten) du im Sommer?

1. arbeitst
2. arbeitet
3. arbeitest
4. arbeit

Mein Bruder ..... (wohnen) nicht mehr zu Hause.

1. wohnet
2. wohnest
3. wohnst
4. wohnt

Hoe maak je een voltooid deelwoord bij een zwak werkwoord?

Hoe maak je een voltooid deelwoord bij een werkwoord dat eindigt op
-ieren, of begint met be-, ver- of über-?

Ich ..... (haben) eine Reise ..... (machen).

1. habe-gemachen
2. hat-gemacht
3. habe-gemacht
4. hat gemachen

Die Lehrerin ..... (haben) die Werke ..... (korrigieren).

1. hat-korrigiert
2. habt-korrigiert
3. hat-gekorrigiert
4. habt-gekorrigiert