Wat: Maak de opdracht 1 t/m 4 en 6 t/m 9 (blz. 23-25) in je schrift
Hoe: Je werkt alleen (zelfstandig)
Hulp: Informatieboek -> docent
Tijd: Tot het einde van de les
Resultaat: Je hebt weer een overzicht gekregen van de woordsoorten bij grammatica
Klaar? Maak opdracht 5 en 10 of lees in je leesboek