- Van een afstand kijken ("over een jaar lach ik erom")
- 'Moeten' veranderen in 'willen'
--> Ik moet het verslag afhebben = ik wil het verslag af hebben.
3. Ontspanningsoefeningen (of sporten, bewegen, naar buiten gaan)
4. Concentreer op 1 taak tegelijk: 2x zo productief dan als je twee dingen tegelijk doet (appen en verslag typen bijvoorbeeld)
5. Goed slapen (niet te laat naar bed gaan)
6. Belangrijke dingen eerst i.p.v. leuke dingen eerst
7. Even helemaal niks doen en nergens aan denken (heel moeilijk!)