Lowan thema 6 'het huis' herhaling (deel 2) + DISK thema 1

Welkom O15!


NT2/Nederlands
les: 5e, 6e, 7e

14-3-2024
1 / 41
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 41 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Welkom O15!


NT2/Nederlands
les: 5e, 6e, 7e

14-3-2024

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
  • Woorden flitsen
  • Werkwoorden 'het huis'
  • SO lowan thema 6 het huis
  • DISK thema 1: werken op de laptop, memory
  • DISK: poster maken
  • Ren je rot 




Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

de slaapkamer

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

het fornuis

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

de flat

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

de kapstok

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

de stad

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

de garage

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

het dak

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

het strijkijzer

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Schoonmaken
Mijn moeder maakt schoon.
Ik maak de tafel schoon.
Zij maakt de woonkamer schoon.
Hij maakt de school schoon.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

opstaan

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

opruimen
Ik ruim mijn kamer zelf op.
mijn moeder ruimt mijn kamer op

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

wassen


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

slapen

ik slaap
jij slaapt
hij slaapt
zij slaapt
wij slapen
jullie slapen
zij slapen
opruimen

ik ruim op
jij ruimt op
hij ruimt op
zij ruimt op
wij ruimen op
jullie ruimen op
zij ruimen op

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

verhuizen

ik verhuis
jij verhuist
hij verhuist
zij verhuist
wij verhuizen
jullie verhuizen
zij verhuizen
schoonmaken

ik maak schoon
jij maakt schoon
hij maakt schoon
zij maakt schoon
wij maken schoon
jullie maken schoon
zij maken schoon

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

wassen

ik was
jij wast
hij wast
zij wast
wij wassen
jullie wassen
zij wassen
opstaan

ik sta op
jij staat op
hij staat op
zij staat op
wij staan op
jullie staan op
zij staan op

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

strijken

ik strijk
jij strijkt
hij strijkt
zij strijkt
wij strijken
jullie strijken
zij strijken
zijn

ik ben
jij bent
hij is
zij is
wij zijn
jullie zijn
zij zijn

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Opdracht bij de spinner:

Noem de juiste vorm van het werkwoord!
Docent noemt:
ik of jij, hij, zij, wij, jullie, zij.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

SO Lowan thema 6 'het huis'

Veel succes!

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

DISK online
- Je werkt aan DISK online op de laptop

- Je begint met thema 1 

www.nt2school.nl

Schooljaar2024

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

- Zoek het woord bij het plaatje.
- Speel memory in tweetallen.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Opdracht: Wie ben jij?
Je maakt een poster. 
De poster gaat over jezelf. 
Versier de poster met tekeningen 
en een vlag van jouw land.


Dit moet er op de poster staan:

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

  • Mijn naam is...
  • Ik woon in...
  • Ik ben geboren in...
  • Mijn geboorte-datum is...
  • Mijn favoriete eten..
  • Mijn gezin...


  • De leukste film is...
  • De leukste sport is..
  • Dit vind ik het leukste om te doen..
  • Dit wil ik graag dit jaar leren...

timer
20:00

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Ren je rot
j
JA
NEE

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Ik ben een jongen

Slide 35 - Slide

Spelletje 'Ren je rot' kinderen moeten bij het voor hun goede antwoord gaan staan.
Rood-nee
Oranje-beetje
Groen-ja

Vragen eerst in het Nederlands stellen, als dat niet genoeg is dan vertalen in het Engels.
Ik houd van pizza

Slide 36 - Slide

Spelletje 'Ren je rot' kinderen moeten bij het voor hun goede antwoord gaan staan.
Rood-nee
Oranje-beetje
Groen-ja

Vragen eerst in het Nederlands stellen, als dat niet genoeg is dan vertalen in het Engels.
Ik begrijp al veel Nederlands

Slide 37 - Slide

Spelletje 'Ren je rot' kinderen moeten bij het voor hun goede antwoord gaan staan.
Rood-nee
Oranje-beetje
Groen-ja

Vragen eerst in het Nederlands stellen, als dat niet genoeg is dan vertalen in het Engels.
Ik spreek al veel Nederlands

Slide 38 - Slide

Spelletje 'Ren je rot' kinderen moeten bij het voor hun goede antwoord gaan staan.
Rood-nee
Oranje-beetje
Groen-ja

Vragen eerst in het Nederlands stellen, als dat niet genoeg is dan vertalen in het Engels.
Ik heb een zus of zusje

Slide 39 - Slide

Spelletje 'Ren je rot' kinderen moeten bij het voor hun goede antwoord gaan staan.
Rood-nee
Oranje-beetje
Groen-ja

Vragen eerst in het Nederlands stellen, als dat niet genoeg is dan vertalen in het Engels.
Ik heb een broer/broertje

Slide 40 - Slide

Spelletje 'Ren je rot' kinderen moeten bij het voor hun goede antwoord gaan staan.
Rood-nee
Oranje-beetje
Groen-ja

Vragen eerst in het Nederlands stellen, als dat niet genoeg is dan vertalen in het Engels.
Ik heb een huisdier

Slide 41 - Slide

Spelletje 'Ren je rot' kinderen moeten bij het voor hun goede antwoord gaan staan.
Rood-nee
Oranje-beetje
Groen-ja

Vragen eerst in het Nederlands stellen, als dat niet genoeg is dan vertalen in het Engels.