Navidad Espaans

Kerst in Spanje

Navidad en España

00:23

Wat bedoelt zij met 'Hispanoamerica'?

1. Delen in Spanje waar ze andere gewoonten hebben
2. De Verenigde Staten
3. Latijns-Amerika

00:38

Een kerstster heet in het Spaans: 'Flor de Pascua'. Wat is de letterlijke vertaling hiervan?

1. Paasbloem
2. Kerstbloem
3. Kerstfleur
4. Kerstdonut

00:53

Wat is het Spaanse woord voor boom?

1. bomba
2. arbol
3. terro

01:04

Wat zie je in een 'belen'?

01:41

Hoeveel prijzen zijn er in de 'loteria de Navidad'?

1. duizenden
2. 3
3. 1
4. 99

02:13

In Spanje eet men 'turrón' met kerst. Waar kun je dit mee vergelijken?

1. marsepein
2. chocola
3. noga
4. zure matten

02:41

Hoe noemen de Spanjaarden 24 december?

1. Nochebuena
2. Nochevieja
3. Noche de Navidad
4. Noche Santa Claus

03:05

1. Op 24 december dineren Spanjaarden met hun familie
2.Op 25 december lunchen Spanjaarden met hun familie

1. 1 is waar 2 is niet waar
2. 1 is niet waar 2 is waar
3. 1 en 2 zijn beide waar
4. 1 en 2 zijn beide niet waar

03:11

Wat zijn 'villancicos'?

1. Snoepjes die kinderen krijgen met kerst
2. Kerstliedjes
3. Kerstcadeautjes
4. Rendieren

03:20

Wat is de letterlijke betekenis van nochevieja?

1. heilige nacht
2. heldere nacht
3. stille nacht
4. oude nacht

03:53

Wat eten de Spanjaarden de laatste 12 seconden van het jaar?

1. 12 druiven
2. 12 olijven
3. 12 zure snoepjes
4. 12 bessen

04:27

Wat betekent 'nuevo'?

1. eerst
2. nieuw
3. oud
4. volgend

05:15

Wat gebeurt er op 5 januari?

1. Iedereen viert het einde van de vakantie
2. De winkels zijn open tot middernacht
3. De optocht van de 3 koningen
4. Het midwinternachtfeest

05:46

Wat betekent 'sorpresa'?

1. zoete koek
2. 3-koningen
3. banketletter
4. verrassing

05:54

Wat is het kenmerk van de viering van 3-koningen in Spanje?

1. Kinderen krijgen cadeautjes
2. De uitverkoop begint
3. Iedereen maakt zijn/haar goede voornemens bekend
4. Het begin van de alcoholvrije maand

Met 'El gordo' bedoelt men de hoofdprijs van de kerstloterij. Wat betekent dit letterlijk?

1. de eerste
2. de grote
3. de dikke
4. de mooie

Hoeveel win je met 'el gordo'?

Hoe wens je iemand fijne Kerst in het Spaans?

¡y próspero año nuevo !