Les 35 (04-03)
Cours du 4 mars
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
This lesson contains 13 slides, with text slides.
Items in this lesson
Cours du 4 mars
Slide 1 - Slide
Programme
- Presentie
- Lesdoelen
- Paragraphe H
- Phrases Clés G
- Tâche
- Afsluiting
- Les devoirs
Slide 2 - Slide
Presentie
Slide 3 - Slide
Lesdoelen
Na de les....
...kun je de werkwoorde 'vouloir' en 'pouvoir' gebruiken.
Slide 4 - Slide
Vouloir en pouvoir
Deze werkwoorden zijn onregelmatig en horen dus bij het volgende rijtje aan onregelmatige werkwoorden:
vouloir
pouvoir
avoir
être
faire
aller
De onregelmatige werkwoorden moet je uit je hoofd leren. Er is geen regeltje voor te leren, maar qua vormen lijken ze wel op elkaar.
Slide 5 - Slide
Vouloir
Dit betekent 'willen':
Slide 6 - Slide
Pouvoir
Dit betekent 'kunnen' of 'mogen':
Slide 7 - Slide
Hoezo lijken ze op elkaar:
Slide 8 - Slide
Let op!
Na de werkwoorden 'vouloir' en 'pouvoir' komt meestal nog een tweede werkwoord. Dit is altijd een infinitief!
- Tu veux acheter quelque chose?
- Je peux essayer le pantalon?
Slide 9 - Slide
Phrases Clés G: parler de quelqu'un
Open je boek op p. 123.
We nemen kort de Phrases Clés G door.
Luister en lees mee.
Slide 10 - Slide
Au travail
Maak nu de opdrachten paragraaf H en daarna je tâche:
- Maak een poster A4 van een beroemd
franstalig persoon.
- Houd je aan de rubric qua inhoud ->
- Niet klaar, zelf verder uitwerken en 8 maart inleveren.
Voorbeeld structuren:
Voorstellen: Je vais vous présenter.... / Voilà, c'est ....
Il/Elle a .... ans / Il/Elle aime faire .... / Ses hobbys sont
Beroep: Il/Elle est ......
Keuze: Je l'ai choisi, parce que ....
Mening geven: Je trouve son style... / ses vêtements / etc.
Kleding beschrijven ook kleuren: Il/Elle porte ..., ... et ....
Slide 11 - Slide
Afsluiting
Noem eens 3 vervoegingen van 'pouvoir' en doe hetzelfde voor 'vouloir'.
Slide 12 - Slide
Les devoirs
Maken voor 8 maart:
- Tâche poster A4 bekend franstalig persoon
Voor de volgende les:
Apprendre (leren) vouloir en pouvoir
