Afronding hoofdstuk 1 en 2 DVZ leerjaar 3

Afronding hoofdstuk 1 en 2 
DVZ leerjaar 3
bewijs periode 1 en 2
2024
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Afronding hoofdstuk 1 en 2 
DVZ leerjaar 3
bewijs periode 1 en 2
2024

Slide 1 - Slide

Wat hebben we geleerd?

Slide 2 - Mind map

Lesinhoud
Voorkennis activeren - Woordweb
Bewijs periode 1&2: Portfolio + bed opmaken
14 vragen over de eerste twee hoofdstukken
Praktijkonderdelen bewijzen in tweetallen
Afsluiten van de les - tip en top
Wat vond ik van de les?

Slide 3 - Slide

Bewijs periode 1 en 2
Ik kan uitleggen welke schoonmaakmiddelen je waarvoor gebruikt.
Ik kan een bed verschonen.
Ik kan koffie en thee inschenken.
Ik kan opruimen en schoonmaken volgens een stappenplan.
Ik kan een vergaderruimte inrichten.
Ik kan vloeren schoonmaken.
Ik kan ramen wassen.
Ik kan tafels afnemen.
Ik kan koffie en thee klaarzetten.

Slide 4 - Slide

Wat is een woon-zorgcentrum?
A
Een instelling waar ouderen wonen omdat ze hun partner verloren hebben en hun huis niet meer kunnen betalen
B
C
is een instelling waar ouderen tijdelijk of definitief wonen omdat ze verzorging of verpleging nodig hebben die in de oorspronkelijke woonsituatie niet kan worden geboden.

Slide 5 - Quiz

Welke werkzaamheden doe je vaak in een woon-zorgcentrum?
A
koffie en thee zetten en de tuin onderhouden
B
helpen met bedden opmaken en een praatje maken
C
schilderwerk en kamers opruimen
D
met iemand wandelen en iemand naar het ziekenhuis brengen

Slide 6 - Quiz

Wat doe je eerst bij het serveren van koffie en thee?
A
Leg een lepeltje op het schoteltje
B
Schenk voorzichtig de koffie of thee in
C
Leg suiker op het schoteltje
D
Leg melk op het schoteltje

Slide 7 - Quiz

Wat is een aandachtspunt van bed opmaken?
A
Houd schone was schoon
B
Vuile was kan op de grond wanneer er geen wasmand is
C
Je moet handschoenen dragen
D
Je kan over het bedhek heen werken

Slide 8 - Quiz

Hoe heet kan je maximaal strijken (symbool; Heet strijken)
A
100 graden
B
150 graden
C
160 graden
D
200 graden

Slide 9 - Quiz

Bij het strijken van een blouse strijk je van
A
Binnen naar buiten.
B
Buiten naar binnen.

Slide 10 - Quiz

Welk materiaal heb je NIET nodig voor het stofwissen van de vloer?
A
stoffer en blik
B
het stofwisapparaat
C
de sproeiflacon
D
het werkdoekje

Slide 11 - Quiz

Wat is een buurthuis of wijkcentrum?
A
Hier worden activiteiten voor bejaarden gedaan
B
Hier kan je gaan zitten als je even weg wilt thuis
C
Hier wordt eten uitgedeeld
D
Het is een activiteitencentrum voor bewoners in de buurt

Slide 12 - Quiz

Wat is geen doel van een buurthuis ofwel wijkcentrum?
A
Opvangen van dementerende ouderen.
B
.Aanbieden van activiteiten voor jong en oud.
C
Een plek waar mensen elkaar ontmoeten.
D
een plek waar mensen samen leuke activiteiten doen.

Slide 13 - Quiz

Is een wijkcentrum alleen voor oudere mensen?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

In een wijkcentrum werken ook vrijwilligers.
Wat is een vrijwilliger?
A
Iemand die geld verdient
B
Iemand die 1 dag in de week werkt
C
Iemand die nog jong is
D
Iemand die geen geld verdient voor het werk

Slide 15 - Quiz

Je start met de randen tijdens het stofwissen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Microvezel doekje vouw je in ?
A
6 vlakken
B
10 vlakken
C
7 vlakken
D
16 vlakken

Slide 17 - Quiz

Kijk naar de foto van de kamer en zet dan de opruim/schoonmaaktaken in de juiste volgorde
Ramen wassen
Vloer stofwissen
Servies van tafel halen
Vloer dweilen

Slide 18 - Drag question

Praktijkonderdelen 

Slide 19 - Slide

Wat hebben we geleerd
van deze twee hoofdstukken?

Slide 20 - Open question

Dit vond ik van de les..
Dit vond ik van de les..
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll