oefentoets TH Na Klar Kapitel 3 Lektion 1 t/m 4 + gram.A en B

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Willkommen in dieser Stunde.

 

Na dit uur weet je of je: 

* de woordjes en de zinnen van Kapitel 3 Lektion 1 t/m 4 al voldoende beheerst, 

* of je de bezittelijke vnw kent en kan toepassen

* de kloktijden kent 

*de rangtelwoorden kan toepassen   

Ik leg eerst uit het vervolg van opdracht 11 uit. 

Vervolg opdracht 11 blz. 108

Inhoud van de opdracht:

Je gaat nu een presentatie maken met de zinnen die je in opdracht 11 gemaakt hebt. Dit mag met video, maar ook alleen met audio opgenomen worden.

Denk aan je openingszin en aan je slotzin (zie blz. 26 voor tips)

DEZE OPDRACHT MOET IN DE LES VAN 15 APRIL IN TEAMS INGELEVERD WORDEN !!!

Een paar tips vooraf: Let op de onderstaande aandachtspunten bij het invoeren van je antwoorden:

Denk aan:

* hoofdletters

* bij meerdere losse woordjes, geen komma gebruiken maar enter of spatie

* antwoord in hele zinnen, neem het deel dat er al staat over en maak de zin verder af als dat nodig is

* punt/vraagteken aan het einde van een zin

Als het goed is, ken je nu 13 vakken. Noem minstens 11 vakken in het Duits. Je krijgt hiervoor 1,5 minuut de tijd.

Vertaal de volgende vraag:
Hoe vind je Engels?

In de volgende dia's krijg je vragen over onderstaand rooster. Het antwoord moet kloppen met het rooster in deze afbeelding

Wie spät beginnt die Schule am Dienstag?
Je antwoord begint met: Die Schule beginnt am....

Bis wann hast du am Montag Unterricht?
Je antwoord begint met: Am Montag habe.......

Geef de vertaling van de vakken die je hier op woensdag ziet staan.

Zeg in het Duits dat je het 2e uur Nederlands hebt

Hoe zeg je in het Duits:

Het is kwart voor drie

1. Es ist Viertel vor drei
2. Es ist drei Uhr
3. Es ist vierzehn nach drei
4. Es ist viertel vor drei

Hoe zeg je in het Duits:

Het is één uur?

1. Es ist eine Stunde
2. Es ist eins Uhr
3. Es ist ein Uhr
4. Es ist viertel nach eins

oefentoets bezittelijke vnw

Nu volgen een aantal zinnen waarin je de bezittelijke vnw moet invullen.

Denk aan hoofdletters en weet wanneer er wel of geen -e achter het woord moet.

Voor elke vraag heb je 15 seconden de tijd.

Viel Erfolg!

(Mijn) ...... Bruder wohnt in Dresden.

Morgen kommt (jouw) ...... Schwester zu Besuch.

(Zijn) ..... Klasse zählt 23 Schüler.

(Geen)....... Schüler hat die Hausaufgaben gemacht.

Heute hat (haar) ...... Mutter Geburtstag.

(Onze) ...... Lehrer heißt Schumacher.

Wie heißt (jullie) ....... Pferd?

Wie alt ist (uw) ..... Sohn, Herr Frisch?

Sind das (jouw) ...... Eltern?

Terugblik op de toets:
Bij welk (e) onderdeel/delen had je veel fouten?

Dank voor je aandacht en graag tot volgende week!

Blijf de woordjes en zinnen bijhouden met leren. 

De link van deze les staat straks in de chat. Dan kan je de toets nog eens inzien en bekijken waarin je jezelf nog kan verbeteren. 

Heel veel succes met alles en blijf vooral gezond! 

Frohe Ostern!