1.1 Structuur van getallen - rekenen

1. Structuur van getallen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

1. Structuur van getallen

Slide 1 - Slide

Structuur van getallen
1.1 getallen van herkennen
1.2 grote getallen
1.3 getallen ordenen
1.4 decimale getallen
1.5 negatieve getallen
1.6 gemengde opdrachten

Slide 2 - Slide

Grote getallen
Welke waarde heeft het aangegeven getal? 6 298 547
Eenheden
Tientallen
Hondertallen
Duizendtallen

Slide 3 - Slide

Grote getallen
Tienduizendtallen
Honderduizendtallen
Miljoentallen

Slide 4 - Slide

H1: structuur van getallen
kleiner < groter
groter > kleiner
even groot = even groot

Slide 5 - Slide

Geef de waarde aan van het getal

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat is de waarde van het cijfer 5 in de getallen? 347 359
A
500
B
5
C
50
D
0,5

Slide 9 - Quiz

Wat is de waarde van het cijfer 5 in de getallen? 6 523 302
A
500 000
B
50 000
C
5000
D
5000 000

Slide 10 - Quiz

631 = 600 + ..... + 1
A
3
B
30
C
33
D
301

Slide 11 - Quiz

28 530 = 20 000 + ...... + 530
A
800
B
80
C
80 000
D
8000

Slide 12 - Quiz

3085,6 = 3000 + ...... + 5,6
A
85,6
B
85
C
80
D
8

Slide 13 - Quiz

67,28 = 60 + ...... + 0,28
A
7
B
7,28
C
67
D
70

Slide 14 - Quiz

3542 = 3000 + .... + 42
A
5000
B
500
C
5
D
50

Slide 15 - Quiz

Schrijf de getallen in cijfers
zestienduizend drieënnegentig =
A
16 930
B
16 039
C
16 390
D
16 093

Slide 16 - Quiz

zevenhonderdduizend driehonderddertig =
A
700 330
B
733 000
C
700 033
D
703 300

Slide 17 - Quiz

Groter, gelijk, kleiner dan.
7 ..... -7
A
>
B
<
C
=
D
+

Slide 18 - Quiz

Groter, gelijk, kleiner dan.
-6 ..... 3
A
>
B
=
C
+
D
<

Slide 19 - Quiz

Groter, gelijk, kleiner dan.
9,1 ..... 9,10
A
>
B
<
C
=
D
+

Slide 20 - Quiz

Groter, gelijk, kleiner dan.
12, 03 ..... 12,1
A
>
B
<
C
=
D
+

Slide 21 - Quiz

Groter, gelijk, kleiner dan.
10,29 ..... 10,3
A
=
B
>
C
+
D
<

Slide 22 - Quiz