Wonen in de prehistorie en nu

Wonen in de prehistorie en nu

Leerdoel

Aan het einde van de les kunnen de leerlingen uitleggen hoe jagers/verzamelaars vroeger woonden en kunnen verschillen noemen uit de prehistorie en nu m.b.t. wonen.

Wat weten jullie al over hoe jagers/verzamelaars vroeger woonden?

Wat is wonen?

Wonen is de manier waarop mensen leven en zich ergens vestigen. Het gaat over de plek waar mensen slapen, eten en zich veilig voelen.

Jagers/verzamelaars

Jagers/verzamelaars waren de eerste mensen die in groepen leefden. Ze woonden in grotten, tenten of zelfgemaakte hutten. Ze verplaatsten zich vaak op zoek naar voedsel.

Wonen in de prehistorie

In de prehistorie woonden mensen in grotten, holen, hutten en tenten. Ze gebruikten natuurlijke materialen zoals hout, dierenhuiden en stenen om hun huizen te bouwen.

Wonen nu

Tegenwoordig wonen de meeste mensen in huizen en appartementen. Deze worden gebouwd met materialen zoals bakstenen, beton en glas. Mensen hebben nu ook elektriciteit en stromend water in hun huizen.

Verschillen in wonen

Er zijn veel verschillen tussen hoe jagers/verzamelaars vroeger woonden en hoe wij nu wonen. Tegenwoordig hebben we comfortabele bedden, meubels, verwarming en airconditioning.

Samenvatting

In de prehistorie woonden jagers/verzamelaars in eenvoudige verblijfplaatsen zoals grotten en hutten. Tegenwoordig wonen we in huizen met moderne voorzieningen. Wonen is in de loop van de tijd veranderd.

Vragen

Wat zijn enkele verschillen tussen het wonen van jagers/verzamelaars in de prehistorie en het wonen van nu?

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.