Brutowinst en Nettowinst: Geld verdienen met je eigen bedrijf!

Brutowinst en Nettowinst: Geld verdienen met je eigen bedrijf!
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Brutowinst en Nettowinst: Geld verdienen met je eigen bedrijf!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat brutowinst en nettowinst zijn en hoe je deze kunt berekenen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over brutowinst en nettowinst?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is brutowinst?
Brutowinst is het bedrag dat overblijft nadat je de inkoopkosten van de verkoopprijs hebt afgetrokken.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoe bereken je brutowinst?
Brutowinst = Verkoopprijs - Inkoopkosten

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is nettowinst?
Nettowinst is het bedrag dat overblijft nadat je alle kosten van de brutowinst hebt afgetrokken.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoe bereken je nettowinst?
Nettowinst = Brutowinst - Kosten (zoals huur, salaris, belasting)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Brutowinst vs. Nettowinst
Het verschil tussen brutowinst en nettowinst is dat brutowinst alleen de inkoopkosten aftrekt, terwijl nettowinst alle kosten aftrekt.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Waarom zijn brutowinst en nettowinst belangrijk?
Brutowinst en nettowinst geven inzicht in hoeveel geld een bedrijf verdient na het aftrekken van kosten.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Brutowinst is het bedrag dat overblijft na aftrek van inkoopkosten, terwijl nettowinst het bedrag is na aftrek van alle kosten. Beide winsten geven inzicht in de financiële gezondheid van een bedrijf.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.