Wat? Paragraaf 6.1, opdrachten: 1 t/m 5
Hoe? Zelfstandig, indien nodig op fluisterende toon overleggen met buur.
Hulp? Steek je hand op of kom naar mijn bureau als je er met je buur niet uitkomt.
Tijd? Tot 11:18
Uitkomst? De stof komt terug in de quiz aan het eind van de les. Je moet de opdrachten begrijpen om de laatste toets goed te kunnen maken.
Klaar? Kijk je opdrachten na en laat ze bij mij zien, ik hou bij hoever iedereen is.
Heb je tijd over, dan kun je de startvraag met de looping uitproberen via de link in LessonUp (klas code: addle).
Hoe hoog moet je beginnen om een looping te kunnen maken? Maakt wrijving uit? En massa?