This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Thema Zorg
Slide 1 - Slide
Van huisarts naar ziekenhuis
Slide 2 - Slide
Wanneer bel je wie?
Pijn/ziek of niet lekker in je vel?
1. Je huisarts
2. In de avond/weekend en spoed -> Huisartsenpost
3. Levensbedreigend -> 112
Slide 3 - Slide
Wat is een ander woord voor inenting?
A
Griepprik
B
Vaccinatie
C
Grieprik
D
Vacinnatie
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Video
Slide 6 - Video
Artsen die werken in het ziekenhuis
Artsen werken veel samen
Bijvoorbeeld: Als je iets met je oog hebt en de oogzenuw. Dan werken de oogarts en zenuwarts samen
Slide 7 - Slide
Onderzoeken in het ziekenhuis
Vaak zijn er meer onderzoeken nodig om te weten te komen wat er met je is.
Speciale apparaten
Slide 8 - Slide
Röntgen apparaat
Een röntgenfoto of röntgenopname is een foto of digitale opname gemaakt met behulp van röntgenstraling
Slide 9 - Slide
CT-scan
Met de scan is de arts in staat om afwijkingen aan de bloedvaten, herseninfarcten, tumoren en botbreuken op te sporen of beter in beeld te krijgen.
Slide 10 - Slide
MRI scan
Doorsnede maken van organen, hersenen en andere weefsels zonder röntgenstraling
Slide 11 - Slide
Echo
Geluidsgolven die door het lichaam gaan
en weerkaatsen
Slide 12 - Slide
Endoscopie
Een klein cameraatje wat ze bij je naar binnen kunnen brengen om het van binnen goed te bekijken (bijvoorbeeld in je keel)
Slide 13 - Slide
Laboratorium onderzoek
Het onderzoeken van bloed, urine en verschillende soorten weefsel
Slide 14 - Slide
Laberatorium onderzoek
Röntgenfoto
Echo
MRI
Slide 15 - Drag question
Zorgverzekering
Deze verzekering vergoedt de kosten van gezondheidszorg, zoals huisarts, ziekenhuis en medicijnen.
De verzekering bestaat uit:
een basisverzekering (die is verplicht);
een aanvullende verzekering (voor kosten die niet gedekt worden door de basisverzekering, bijv. fysiotherapie).
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Solidariteit
Iedereen betaalt dezelfde premie voor de basisverzekering, of je nu heel gezond bent, of meer zorg nodig hebt. Dit noem je soildariteit; gezonde mensen betalen mee aan de zorgkosten van de mensen die meer zorg nodig hebben.
Zorgverzekeraars zijn verplicht iedereen te verzekeren.
Slide 18 - Slide
4.5 een kind krijgen
lees blz. 49 in het boek
bevalling: het moment dat een kind geboren wordt.
luister hier
Slide 19 - Slide
De verloskundige
(lees blz. 49 in het boek)
verloskundige: Een verloskundige controleert of de zwangerschap goed gaat en helpt bij de bevalling.
gynaecoloog: Een gynaecoloog is een specialist voor vrouwen. Hij of zij helpt bij moeilijke zwangerschappen.
luister hier
Slide 20 - Slide
Kraamzorg (lees op blz. 49 in het boek)
kraamverzorgster: Een kraamverzorgster helpt na de bevalling met de zorg voor de baby en met het huishouden.
kraamzorg: de zorg die een kraamverzorgster geeft.
verzekering: Het contract met een verzekeringsmaatschappij. Je betaalt elke maand geld en je krijgt geld, als het nodig is.
luister hier
Slide 21 - Slide
kraamzorg
Slide 22 - Slide
Het consultatiebureau (lees blz. 49 in het boek)
consultatiebureau: Een consultatiebureau controleert de gezondheid van kinderen van 0-4 jaar.
vaccinaties: een prik tegen een ziekte
luister hier
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Kijk naar de foto. Wat is dit?
Slide 25 - Open question
Wat doet een kraamverzorgster niet?
A
koken en schoonmaken
B
helpen bij de bevalling
C
de moeder en de baby verzorgen
D
de fiets poetsen
Slide 26 - Quiz
Wanneer gaat een zwangere vrouw naar de verloskundige?