P2: Vooroordeel, stereotype, discriminatie en tolerantie.
P3: Migratie (immigratie en emigratie), allochtoon en autochtoon
Slide 3 - Slide
Dominante cultuur
> De cultuur (=normen, waarden en gewoonten) van de grootste groep mensen in een land.
Slide 4 - Slide
Subcultuur
De cultuur (=normen, waarden en gewoonten) van een kleine groep mensen in een land.
Voorbeelden: muziek, politiek, woonplaats (stad/platteland), geloof, land van herkomst.
Slide 5 - Slide
De Nederlandse cultuur is de dominante cultuur van Nederland
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Dominante cultuur
Subcultuur
Slide 7 - Drag question
Voetbalsupporters zijn een:
A
dominante cultuur
B
tegen cultuur
C
subcultuur
Slide 8 - Quiz
Homo's mogen trouwen
A
Dominante cultuur
B
Subcultuur
Slide 9 - Quiz
Op de fiets naar school gaan hoort bij de/een Nederlandse ...
A
Cultuur
B
Dominante cultuur
C
Subcultuur
Slide 10 - Quiz
Behoort deze jongen tot de dominante cultuur, een subcultuur of beide?
A
Dominante cultuur
B
Subcultuur
C
Beide
Slide 11 - Quiz
Vooroordeel/ Stereotype
Een oordeel over iets of iemand, zonder dat je de feiten kent.
Een beeld over een grote groep mensen. Dit beeld verandert niet snel.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Wat herkende je in de vorige afbeelding? Een vooroordeel of een stereotype. Leg je antwoord uit!
Slide 14 - Open question
Nederlanders zijn gierig
A
Feit
B
Vooroordeel
C
Stereotype
Slide 15 - Quiz
"Blonde vrouwen zijn dom"
A
vooroordeel
B
stereotype
Slide 16 - Quiz
Meisjes zijn slecht in voetbal
A
Vooroordeel
B
Stereotype
C
Feit
D
Mening
Slide 17 - Quiz
Dikke mensen zijn gezellig
A
Feit
B
Mening
C
Vooroordeel
D
Stereotype
Slide 18 - Quiz
Discriminatie en tolerantie
Iemand anders behandelen op basis van een kenmerk dat er (in de situatie) niet toe doet.
Tolerantie: er geen problemen mee hebben dat mensen andere normen en waarden hebben dan jij.
Slide 19 - Slide
Als mensen verschillend behandeld worden, is er altijd sprake van discriminatie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quiz
Rascisme is discriminatie op grond van....
A
Lengte
B
Gewicht
C
Haarkleur
D
afkomst
Slide 21 - Quiz
Wat is discriminatie?
A
Ongelijke behandeling
B
Onderscheid maken
C
Verschil tussen
man en vrouw
D
Verschil tussen geloven
Slide 22 - Quiz
Bij positieve discriminatie ga je
A
buitenlanders positief voortrekken
B
buitenlanders met een achterstand voortrekken
C
mensen bevoordelen
D
buitenlanders voortrekken
Slide 23 - Quiz
Wat is tolerantie
A
accepteren dat iedereen anders is
B
Negeren dat iedereen anders is
Slide 24 - Quiz
Een ander woord voor Tolerantie is:
A
Respect
B
Verdraagzaamheid
C
Onverschilligheid
D
Gelijkwaardigheid
Slide 25 - Quiz
Tim denkt: "Meisjes hebben geen verstand van techniek." Dit is een voorbeeld van:
A
Tolerantie
B
Vooroordeel
Slide 26 - Quiz
11. Je accepteert het hoofddoekje dat Fatima draagt. Dit is een voorbeeld van:
A
Respect
B
Tolerantie
C
Waarde
D
Norm
Slide 27 - Quiz
Migratie
Emigratie: Je vertrekt uit een land.
Immigratie: Je komt in een ander land.
Slide 28 - Slide
Allochtoon/ autochtoon
Je ouders en jij zijn geboren in Nederland.
Jij of een van je ouders is geboren in het buitenland.
Slide 29 - Slide
Spanningen tussen autochtone en allochtone Nederlanders
> Beiden bang voor verlies cultuur
> Ontstaan van vooroordelen en stereotypen
> Wantrouwen (innemen/ niet welkom)
> Uiteenlopende normen en waarden
Slide 30 - Slide
In Egypte is de dominante cultuur …… Hierbij gaat het belang van de groep boven het belang van het individu. Welk woord past er op de puntjes in dit bericht?
A
een pluriforme
(meerdere culturen)
B
individualistisch
C
collectivistisch
D
nationalistisch
Slide 31 - Quiz
Manieren van samenleven
1. Assimilatie: de nieuwe groep past zich volledig aan
2. Segregatie: de nieuwe groep past zich niet aan en blijft de eigen cultuur naleven. (van separate)
3. Integratie: de nieuwe groep past zich iets aan en de authentieke bevolking geeft ruimte voor eigen gebruiken
Slide 32 - Slide
Een scheiding tussen verschillende bevolkingsgroepen
A
Segregatie
B
Integratie
Slide 33 - Quiz
Dit heet :
A
integratie
B
segregatie
C
assimilatie
D
wederzijdse aanpassing
Slide 34 - Quiz
Chinatown in New York is een voorbeeld van:
A
Integratie
B
Assimilatie
C
Segregatie
Slide 35 - Quiz
Welk woord weg?
A
witte klas
B
segregatie
C
een Chinese wijk
D
gemengde klas
Slide 36 - Quiz
Waar hoort deze term bij: Hetzelfde worden.
A
Assimilatie
B
Integratie
C
Segregatie
Slide 37 - Quiz
Wat is het tegenovergestelde van segregatie?
A
antigratie
B
integratie
C
organisatie
D
scheiding
Slide 38 - Quiz
Wanneer culturen zich aan elkaar aanpassen is er sprake van...
A
Assimilatie
B
Integratie
C
Segregatie
Slide 39 - Quiz
Slide 40 - Slide
Wie kiezen jullie (kies SAMEN met je duotoetspartner)?
A
Ivania
B
Cindy
C
Martijn
D
Anne
Slide 41 - Quiz
Wie kiezen jullie (kies SAMEN met je duotoetspartner)?