H.6 NN5 3GT Zinsdelen en woordsoorten + oef. K&L

We mogen naar school!         
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

We mogen naar school!         

Slide 1 - Slide

Vandaag: 
Bijkletsen
Uitleg K&L/ boektoets/ afronden PTA
Uitleg zinsdelen en woordsoorten 
WVTTK

Slide 2 - Slide

De afgelopen maanden
in 3 kenmerkende woorden

Slide 3 - Mind map

Ik denk dat ik voldoende heb opgestoken van het Nederlands om (met herhaling) in klas 4 goed verder te kunnen.
A
Nee zeker niet
B
Dat hoop ik
C
Ik denk het wel
D
Dat weet ik zeker

Slide 4 - Quiz

Waar moeten we beginnen klas 4 als eerste mee starten? Wat heb je nodig aan uitleg.

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Info boektoets
Het enige dat je mee mag nemen naar de toets is een blaadje met max. 50 woorden.  
Het boek mag NIET mee. Zorg dat je de titel en de schrijver goed weet.  
 
Als je de volgende dingen uitgebreid kan beantwoorden, moet het goed gaan:  
De 2 boektoets bestaat uit 2 delen: Ieder deel is 50% van je cijfer.  
1. Algemene informatie: Titel, schrijver, samenvatting incl. einde, open/gesloten einde, informatie over de hoofdpersoon. - Dit is uitgebreider dan hier staat. Hoofddoel: mij overtuigen dat je het boek hebt gelezen en begrepen.   
2. Opdracht bij het boek: (Je kiest 1 van de 4) 
  a. Schrijf een recensie (dit moet echt over het gelezen boek gaan (details) en niet toepasbaar op 10000 andere boeken) 
  b. Schrijf een ander einde (dit moet wel logisch. Er zijn niet ineens marsmannetjes in Oorlogswinter) 
  c. Wat was het belangrijkste stuk uit het boek voor het verhaal (geef details!) 
  d. Schrijf een brief aan de hoofdpersoon ( denk eraan dat het ook lijkt op hoe je een brief schrijft!!!) 
 
Voorwaarden: leesbaar, netjes, leestekens, interpunctie, aantal woorden

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Persoonsvorm
De persoonsvorm kun je op drie manieren vinden in een zin:

1. De zin vragend maken
2. De tijd in de zin veranderen
3. Het aantal in de zin veranderen

Slide 10 - Slide

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:

Elke vrijdagavond hang ik lekker op de bank
A
ik
B
hang
C
op de bank
D
elke vrijdagavond

Slide 11 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:

Sturen jullie ook altijd Kerstkaarten?
A
jullie
B
Kerstkaarten
C
Sturen

Slide 12 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:

Hebben Anouk en Wendy de opdracht nog niet gemaakt?
A
Anouk en Wendy
B
Hebben
C
de opdracht
D
gemaakt

Slide 13 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:

Gisteravond hebben veel mensen naar het nieuwe programma gekeken.
A
gisteravond
B
hebben
C
gekeken
D
veel mensen

Slide 14 - Quiz

Zinsdelen
1. werkwoordelijk gezegde
2. onderwerp
3. lijdend voorwerp
4. meewerkend voorwerp
5. bijwoordelijke bepaling

Slide 15 - Slide

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
Zin:
Marjan
had
een mooi gedicht
voor haar opa 
geschreven. 

Slide 16 - Drag question

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
Zin:
Gisteren
bracht
ze
een goed boek
voor mij
mee.

Slide 17 - Drag question

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vw
ww gezegde
meewerkend vw
Zin:
De ober 
heeft 
de jas
aan de klant 
gegeven. 

Slide 18 - Drag question

Woordsoorten

Slide 19 - Slide

welk woordsoort is 'zwemmen'?
A
werkwoord
B
zwemwoord
C
lidwoord
D
bijvoeglijknaamwoord

Slide 20 - Quiz

welk woordsoort is 'fiets'
A
lidwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
zelfstandig naamwoord

Slide 21 - Quiz

zinsdelen
woordsoorten
onderwerp
lijdend voorwerp
telwoord
meewerkend voorwerp
werkwoordelijk
gezegde
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
werkwoord
voorzetsel
lidwoord

Slide 22 - Drag question

WVTTK

Slide 23 - Slide