basisstof 2 een vrouw

B2 een vrouw 
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

B2 een vrouw 

Slide 1 - Slide

leerdoelen
- Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen met hun functie.
- Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

herhaling: Wat gebeurt er in de lichamelijke ontwikkeling?
A
Groeispurt, jeugdpuistjes, puberbrein ontwikkelt
B
Abstract denken ontwikkelt zich
C
Ze ontdekken de wereld
D
Zwart / wit denken

Slide 4 - Quiz

herhaling: wat is intersekse?

Slide 5 - Open question

herhaling: wat zijn secundiare geslachtskenmerken.

Slide 6 - Open question

het voortplantingsstelsel
De meeste organen van het voortplantingsstelsel liggen in de onderbuik. Een vrouw heeft een baarmoeder en eierstokken. In de baarmoeder groeit de baby als een vrouw zwanger is. 

Slide 7 - Slide

Voortplantingsstelsel vrouw

Slide 8 - Slide

Eicellen
In de eierstokken zitten eicellen. Eicellen zijn de vrouwelijke geslachtscellen. Vanaf de puberteit wordt ongeveer 1 keer per maar een eicel rijp. Dit heet de ovulatie of eisprong. 

De eileider vervoert de eicel naar de baarmoeder. Als de eicel niet wordt bevrucht, is hij binnen 1 dag dood. Als een vrouw ongeveer 50 jaar is, komen er minder eicellen vrij. De vrouw komt dan in de overgang.

Slide 9 - Slide

welk begrip hoort bij de volgende omschrijving:
- de vrouwelijke geslachtscellen
A
eicellen
B
eierstokken
C
eileiders
D
eisprong

Slide 10 - Quiz

welk begrip hoort bij de volgende omschrijving:
- Het vrijkomen van een eicel uit een eierstok.
A
eicellen
B
eierstokken
C
eileiders
D
eisprong

Slide 11 - Quiz

welk begrip hoort bij de volgende omschrijving:
Hierin vindt de ontwikkeling van eicellen plaats
A
eicellen
B
eierstokken
C
eileiders
D
eisprong

Slide 12 - Quiz

welk begrip hoort bij de volgende omschrijving:
Vervoeren van eicellen naar de baarmoeder
A
eicellen
B
eierstokken
C
eileiders
D
eisprong

Slide 13 - Quiz

Voortplantingsstelsel vrouw (uitwendig)

Slide 14 - Slide

Voortplantingsstelsel vrouw

Slide 15 - Slide

Wat zie je aan de buitenkant?
De binnenste schaamlippen zijn glad en dun. Tussen de binnenste schaamlippen liggen de opening van de urinebuis en de vagina. Dit is een soort tunnel naar de baarmoeder. 
Bij seksuele opwinding kunnen de schaamlippen slijm maken. Hierdoor wordt de toegang tot de vagina glad. Om de binnenste schaamlippen liggen de buitenste schaamlippen

Slide 16 - Slide

clitoris
De clitoris is ongeveer 10 cm lang en ligt onder de schaamlippen in het lichaam. Alleen de clitoriseikel is aan de buitenkant zichtbaar. Dit knopje is erg gevoelig voor prikkels. 

De clitoris bestaat verder uit zwellichamen. Als een vrouw seksueel opgewonden raakt dan vullen deze zwellichamen zich met bloed. Ze worden dan groter en steviger. 

Slide 17 - Slide

maagdenvlies
Vooraan in de vagina ligt het maagdenvlies. Dit is een randje weefsel aan het begin van de vagina. Niet alle meisjes hebben bij de geboorte een maagdenvlies. Soms bloed het maagdenvlies bij de eerste keer seksuele gemeenschap. 

Slide 18 - Slide

Welk deel van de clitoris is soms zichtbaar aan de buitenkant?
A
Clitoriseikel
B
Clitorishoed
C
Zwellichamen

Slide 19 - Quiz

Hoe groot is de clitoris?
A
Zo groot als een erwt
B
Ongeveer evengroot de eikel bij een penis

Slide 20 - Quiz

Welke letter is de clitoris?
A
P
B
R
C
S
D
T

Slide 21 - Quiz

Wat is de functie van de clitoris bij de vrouw?
A
produceert eicellen
B
gevoelig voor prikkels, kan leiden tot een orgasme
C
slijmvliesplooi aan het begin van de vagina
D
vervoeren van eicellen

Slide 22 - Quiz

Dit orgaan is gevoelig voor prikkels die een fijn gevoel geven.
A
binnenste schaamlippen
B
clitoriseikel
C
urinebuis
D
vagina

Slide 23 - Quiz

Hierdoor komt bij de geboorte het kind naar buiten
A
binnenste schaamlippen
B
clitoriseikel
C
urinebuis
D
vagina

Slide 24 - Quiz

vrouwenbesnijdenis
In sommige culturen worden vrouwen besneden. Meestal gebeurt dit voor de eerste menstruatie. Een deel van de clitoris en een deel van de binnenste schaamlippen worden weggehaald. In sommige gevallen wordt de opening van de vagina bijna dicht gehecht. (boek waris dirie)

Slide 25 - Slide

Menstruatie
De wand van de baarmoeder is bekleed met slijmvlies. Het slijmvlies bevat veel bloedvaten. Ongeveer een keer per maand laat een deel van het slijmvlies los. Hierbij komt bloed vrij. VIa de vagina komen het slijmvlies en het bloed naar buiten. Dit heet menstruatie. 

Slide 26 - Slide

middelen
Er zijn diverse middelen om bloed op te vangen als een meisje ongesteld is. 
Je moet op tijd je maandverband / tampon / cup verwisselen. Ook is het belangrijk dat je goed wast tussen de schaamlippen. Gebruik water, geen douchgel of zeep.

Slide 27 - Slide

menstruatiecyclus
In de cyclus verandert het slijmvlies van de baarmoederwand. Tijdens de menstruatie wordt het slijmvlies gedeeltelijk afgebroken. Dat is op dag 1 tm 4, daarna wordt het slijmvlies weer dikker. Op dag 14 is ongeveer de eisprong.
Na 28 dagen begint de volgende menstruatie.
Dan begint het cyclus opnieuw. 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Maak de zin goed af:
Vrouwenbesnijdenis ....
A
is net zoals bij de man, besnijden
B
is verminking van de vrouw
C
is voor de eigen veiligheid voor de vrouw
D
kan door een hersteloperatie hersteld worden

Slide 30 - Quiz

Wat is de menstruatie?
A
Baarmoederslijmvlies dat geproduceerd wordt
B
Een bloedvat dat knapt
C
Geen bevruchting van de eicel
D
Afgestorven follikels

Slide 31 - Quiz

Op welke dag in de menstruatiecyclus begint de menstruatie
A
dag 1
B
dag 14
C
dag 21
D
dag 25

Slide 32 - Quiz

exit ticket: op welke dag vindt de eisprong plaats.

Slide 33 - Open question

exit ticket: hoeveel dagen duurt een menstruatiecyclus.

Slide 34 - Open question

exit ticket: leg uit dat een besneden vrouw minder goed seksuele prikkels kan ontvangen.

Slide 35 - Open question

exit ticket: In afbeelding is het voortplantingsstelsel van de vrouw schematisch getekend.

Wat geeft nummer 3 aan

Slide 36 - Open question

exit ticket: In afbeelding is het voortplantingsstelsel van de vrouw schematisch getekend.

Wat geeft nummer 1 aan

Slide 37 - Open question

exit ticket: In afbeelding is het voortplantingsstelsel van de vrouw schematisch getekend.

Wat geeft nummer4 en 5 aan

Slide 38 - Open question

exit ticket: In afbeelding is het voortplantingsstelsel van de vrouw schematisch getekend.

Wat geeft nummer 2 aan

Slide 39 - Open question