Nederlands Werken Aan 1F - werkwoordspelling 1 - Verleden tijd

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 6

Gisteren hebben wij met zijn allen een ijsje gegeten.

1. Gisteren
2. Wij
3. Hebben
4. Gegegeten

Vorige week was ik in de stad.

1. Was
2. Vorige week
3. Stad
4. in

Ik zat vorig jaar op een andere school.

1. Zat
2. School
3. Vorig jaar
4. Andere

De laatste tijd had ik heel veel last van mijn buik.

1. buik
2. last
3. had
4. De laatste tijd

Onlangs ben ik jarig geweest.

1. Onlangs
2. Jarig
3. Geweest
4. ben

Zojuist ben ik voor de gek gehouden.

1. Ben
2. Gehouden
3. Zojuist
4. gek

Ik ben pasgeleden mijn pinpas verloren.

1. Verloren
2. Ben
3. Pas geleden
4. Ik

Ik zag net nog een ongeluk gebeuren bij het winkelcentrum

1. net nog
2. winkelcentrum
3. gebeuren
4. zag

We hebben afgelopen week heel veel netflix gekeken door de regen.

1. Regen
2. Hebben
3. Gekeken
4. Afgelopen week

Had jij gisteren ook een jurk aan tijdens de bruiloft?

1. bruiloft
2. gisteren
3. had
4. Jurk