De Katholieke kerk en de ondergang van het Romeinse Rijk

De Romeinen vereerden meerdere goden. Is dit juist of is dit onjuist?
A
Ja, dit is juist.
B
Nee, dit is onjuist.
1 / 14
next
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De Romeinen vereerden meerdere goden. Is dit juist of is dit onjuist?
A
Ja, dit is juist.
B
Nee, dit is onjuist.

Slide 1 - Quiz

De joodse bevolking heeft haar eigen godsdienst: het Jodendom. Hoe heet het Heilige boek van dit geloof?
A
De Bijbel
B
De Koran
C
De Thora
D
Geen, want het Joods geloof heeft geen heilig boek.

Slide 2 - Quiz

Wat zijn de overeenkomsten tussen het Joodse geloof en het Christendom?
A
Zowel het Christendom als het Joodse geloof hebben een heilig boek.
B
Zowel het Christendom als het Joodse geloof geloven maar in een God.
C
Beide geloofsovertuigingen werden door de Romeinen geaccepteerd.
D
Beide geloofsovertuigingen hadden een gebedshuis.

Slide 3 - Quiz

De Katholieke Kerk
Het gaat niet zo goed met het Romeinse Rijk en het land wordt geteisterd door verschillende rampen. De Romeinen hadden het idee dat dit kwam doordat de (Romeinse) goden boos waren en Romeinen wilden straffen. 

De Romeinen dachten op hun beurt weer dat de Christenen de rampspoed hadden veroorzaakt. Zij weigerden de Romeinse goden te aanbidden.

Slide 4 - Slide

De Katholieke Kerk
Omdat de Christenen weigerden de Romeinse goden te aanbidden verboden de Romeinen het Christendom en sommige keizers gingen over tot het vervolgen van de Christenen. 

Als keizer Constatijn aan de macht komt laat hij zich dopen tot Christen en staat hij de mensen toe om zelf hun godsdienst te kiezen.
Later wordt het Christendom de officiele staatsgodsdienst en worden andere geloven (behalve het Jodendom) verboden.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

De Katholieke Kerk
Vanaf nu groeit het Christendom hard en is steeds beter georganiseerd. Er komt een bestuur van de Kerk en alle gebieden waar (veel ) Christenen wonen komen onder leiding van een bisschop. 

De bisschop van de stad Rome is de belangrijkste bisschop en hij wordt ook wel de paus genoemd. Hij wordt (later) de leider van de Katholieke Kerk..

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

De ondergang van het Romeinse rijk
De tijd van de Grieken en de Romeinen eindigt in 476. Met het Romeinse rijk ging het niet goed en het Romeinse rijk werd opgesplitst in het West - Romeinse rijk en het Oost - Romeinse rijk. 

Omdat het Romeinse rijk steeds groter werd was het ook lastig om het rijk goed te kunnen verdedigen. Om dit probleem op te kunnen lossen werden inheemse stammen gevraagd om de grenzen te helpen verdedigen. Het Romeinse rijk werd daardor steeds zwakker. 

Slide 9 - Slide

De ondergang van het Romeinse rijk
Ook met het Romeinse rijk zelf ging het niet goed. Verschillende Romeinse keizers wisselden elkaar af en de Romeinse legioenen waren nodig om de keizers te steunen.  Dat betekende dat deze legioenen ergens anders niet kon worden ingezet.

Verschillende volken - zoals de Germanen - hadden daardoor vrij spel en werden steeds sterker. Het kostte de Romeinen steeds meer moeite om deze volken in bedwang te houden.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

De ondergang van het Romeinse rijk
Vanaf 300 gaat het steeds slechter met het (West) Romeinse rijk. verschillende volken vallen het Romeinse rijk aan en dringen steeds verder het rijk binnen.

In 476 wordt de laatste (West) Romeinse keizer afgezet en blijft alleen het Oost - Romeinse rijk over. 

De stad Rome wordt geplunderd en vernield.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Schrijf alle symbolen op die bij deze symbolen horen

Slide 14 - Open question