H2, §2.4 De economische wereldcrisis

Pak je spullen. 
- Werkboek. 
- Schrift. 
- Laptop en start LessonUp op en log vast in. 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Pak je spullen. 
- Werkboek. 
- Schrift. 
- Laptop en start LessonUp op en log vast in. 

Slide 1 - Slide

Vrijemarkteconomie

  • Kapitalisme: economisch systeem. DOEL = WINST MAKEN!

  • Vrijemarkteconomie Ondernemingen krijgen veel vrijheid en rechten.
    Weinig overheidsbemoeienis in economie. Weining wetten en regels, dat maakt ondernemen alleen maar lastig!

Slide 2 - Slide

Leg in één zin uit wat de vrijemarkteconomie inhoudt

Slide 3 - Open question

Wat is het verschil tussen een (communistische) planeconomie en een (kapitalistische) vrijemarkteconomie.

Slide 4 - Open question

'Amerikanisering'
Het overnemen van de Amerikaanse cultuur.
Zoals? 
- Muziek, Mcdonalds, KFC, Domino's Pizza, Burger King. 
Ook in Europa!


Slide 5 - Slide

VS
SU
Dictatuur
Democratie
Vrijheid
Gelijkheid
Vrije markteconomie
Planeconomie
Vraag en aanbod
Vijfjarenplannen
Censuur

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Video

Roaring Twenties
  • In de VS ging het geweldig in de jaren '20. 

  • Veel mensen kochten spullen met een lening. 
  • Ook aandelen 
§ 2.4 - De economische wereldcrisis

Slide 8 - Slide


Paniek op de beurs Wall Street

Slide 9 - Slide

Na deze les kun je:
  • Uitleggen hoe in 1929 in de Verenigde Staten een economische crisis ontstaat
  • Uitleggen welke gevolgen deze crisis wereldwijd heeft
  • Uitleggen wat de 'New Deal' is.

Slide 10 - Slide

Supply and demand
  • Presidenten in de jaren '20 grote voorstanders van kapitalisme.
  • Ondernemingen veel vrijheid en rechten
  • Weinig overheidsbemoeienis 
  • De ongelijkheid in de samenleving groeit: rijken worden rijker.

Slide 11 - Slide

Keerzijde 'American dream'
  • Gouden toekomst voor alle Amerikanen blijkt een illusie.
  • Geld geleend voor landbouw (mechanisatie)
  • Te veel voedsel, geen afzetmarkt
  • Prijsdaling
  • Boeren én banken in de problemen, waarom?
  • Veel (luxe) kopen op afbetaling, →  schulden
  • Sterk vertrouwen in aandelen  -> gekocht met geleend geld.

Slide 12 - Slide

Beurskrach -> 'stockmarket'
  • Zwarte Donderdag 24 oktober 1929: beurskrach
  • Verkoop aandelen → Koersen dalen → meer verkoop.
  • Bedrijven en banken gaan failliet: grote werkloosheid.
  • Schulden aandelen kunnen niet worden afbetaald.
  • Banken failliet.
  • Daling van de handel zorgt voor een economische wereldcrisis.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wat houdt de Beurskrach in?

Slide 15 - Open question

Hoe is de Beurskrach ontstaan?

Slide 16 - Open question

Armoede en ellende
  • Er bestaat niet zoiets als 'werkloosheidsuitkering'
  • Velen -> dakloos omdat -> kan hypotheek niet opbrengen
  • Opvatting Republikeinse president Hoover: wachten tot de economie zich hersteld, geen overheidsingrijpen -> omdat er geen overheidsbemoeienis moest komen. 

Slide 17 - Slide

'New Deal' -> geeft hoop? 
  • Eerst: vrijemarkteconomie dus niet ingrijpen
  • Problemen lossen NIET vanzelf op
  • In 1932: Franklin Roosevelt gekozen als president van de Verenigde Staten.
  • Hij komt met het programma New Deal.
  • Subsidies banken (strenge regels
  • Subsidie landbouw (minder produceren)
  • Beter betalen arbeiders
  • Werkgelegenheidsprojecten
  • Iets herstel, werkloosheid tot na 1940.
De inhuldiging van Franklin Delano Roosevelt als president van de Verenigde Staten in 1933. 

De Amerikaanse New Deal was een omvangrijk sociaal en economisch hervormingsprogramma van de Amerikaanse president Franklin Delano Roosevelt om de Verenigde Staten uit het slop van de Grote Depressie te trekken.

Slide 18 - Slide

Na 1940? 

Slide 19 - Slide

Wat ga je nu doen? 
1. Opdracht 1 t/m 7. 
2. 19 december, komende dinsdag Formatief SO. 
3. Klaar met de opdrachten? Dan kan je vast voorbereiden voor het Formatief SO. 

Slide 20 - Slide