Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1
This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Programma
Nakijken vraag 1 tm 6
P 5.3: Ontstaan van de Arabische wereld
timer
2:00
Slide 1 - Slide
Mohammed was een profeet. Bij welke godsdienst hoort Mohammed?
A
Christendom
B
Islam
C
Jodendom
D
Boeddhisme
Slide 2 - Quiz
Wat is een profeet?
Slide 3 - Open question
Mohammed
Voor christenen is Jezus de belangrijkste persoon. Maar niet iedereen was christelijk in tijdvak 3 (500-1000).
Mohammed leefde van 570 tot 632. Hij was een handelaar in Mekka.
Slide 4 - Slide
Profeet
Mohammed kreeg berichten van Allah (Arabisch woord voor God). Deze berichten ging hij doorgeven. Zo werd hij een profeet = een boodschapper van God. De boodschappen die Mohammed kreeg, werden opgeschreven in een boek -> de Koran. Dit geloof noemen we deIslam. Gelovers noemen we moslims.
Slide 5 - Slide
Het verhaal van Mohammed
• Mohammed: belangrijkste (en laatste) profeet in de Islam
• 570 tot 632 n. C.
• Geboorteplaats: Mekka
• Via de engel Gabriël sprak Allah tot hem
• Bracht boodschap: er is maar 1 god en dat is Allah
Slide 6 - Slide
Verspreiding van de islam
Mohammed wilde zoveel mogelijk mensen bekeren.
Vanuit Medina veroverden ze grote gebieden.
De bewoners van die gebieden hoefden zich niet te bekeren. Wel moesten ze dan extra belasting betalen.
Voor belangrijke functies moest je wel moslim zijn.
Arabieren hebben geprobeerd EU te veroveren
Slide 7 - Slide
Arabieren probeerden
Europa te veroveren, maar de opa van Karel de Grote heeft ze gestopt bij Poitiers (732)
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Wat voor opdracht kreeg Mohammed van Allah (god)? Hoe noem je iemand die zo'n opdracht krijgt?
Slide 10 - Open question
De verspreiding van de Islam zorgde voor een Arabisch rijk van heel Europa tot India.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Vijf zuilen van de islam
1. Opzeggen van wat je gelooft : Er is geen god dan Allah en Mohammed is zijn profeet.
2. Vijf keer per dag bidden richting Mekka.
3. Vasten tijdens de Ramadan.
4. Geld geven aan de armen.
5. Als je kunt, 1 keer in je leven op bedevaart naar Mekka.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Wat is de Ramadan?
Slide 15 - Open question
Arabische Rijk
Mohammed veroverde met een groot leger grote stukken land. Na het overlijden van Mohammed namen zijn Kaliefen = opvolgers het over. Zo ontstond er een Arabisch Rijk van Spanje tot India. Bij Poitiers zijn ze tegengehouden door de opa van Karel de Grote, Karel Martel.