Unit 2 Work and Leisure Page 15-16

Unit 2 Page 15
                  Wanneer gebruik je IN, AT en ON
                   Dat zijn: prepositions of time
                   Dus:        voorzetsels van tijd

Tijd dat kan zijn een maand, een dag, een seizoen, een jaar, een uur....alle periodes dus. Luister naar de video en beantwoord de vragen in de volgende slides.

1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Unit 2 Page 15
                  Wanneer gebruik je IN, AT en ON
                   Dat zijn: prepositions of time
                   Dus:        voorzetsels van tijd

Tijd dat kan zijn een maand, een dag, een seizoen, een jaar, een uur....alle periodes dus. Luister naar de video en beantwoord de vragen in de volgende slides.

Slide 1 - Slide

Welke 'preposition of time' moet er op de stipjes komen te staan?

... night
A
in
B
at
C
on

Slide 2 - Quiz

Welke 'preposition of time' moet er op de stipjes komen te staan?

... the winter
A
in
B
at
C
on

Slide 3 - Quiz

Welke 'preposition of time' moet er op de stipjes komen te staan?

... the morning
A
in
B
at
C
on

Slide 4 - Quiz

Welke 'preposition of time' moet er op de stipjes komen te staan?

... twelve o'clock
A
in
B
at
C
on

Slide 5 - Quiz

Welke 'preposition of time' moet er op de stipjes komen te staan?

... December
A
in
B
at
C
on

Slide 6 - Quiz

Welke 'preposition of time' moet er op de stipjes komen te staan?

we meet ... lunchtime
A
in
B
at
C
on

Slide 7 - Quiz

Welke 'preposition of time' moet er op de stipjes komen te staan?

... the future
A
in
B
at
C
on

Slide 8 - Quiz

Welke 'preposition of time' moet er op de stipjes komen te staan?

... the dark ages
A
in
B
at
C
on

Slide 9 - Quiz

Welke 'preposition of time' moet er op de stipjes komen te staan?

... 2021
A
in
B
at
C
on

Slide 10 - Quiz

Welke 'preposition of time' moet er op de stipjes komen te staan?

... the same time
A
in
B
at
C
on

Slide 11 - Quiz

Welke 'preposition of time' moet er op de stipjes komen te staan?

... the last day of the week
A
in
B
at
C
on

Slide 12 - Quiz

Welke 'preposition of time' moet er op de stipjes komen te staan?

She woke up ... sunrise
A
in
B
at
C
on

Slide 13 - Quiz

Welke 'preposition of time' moet er op de stipjes komen te staan?

... the past
A
in
B
at
C
on

Slide 14 - Quiz

Welke 'preposition of time' moet er op de stipjes komen te staan?

... bedtime
A
in
B
at
C
on

Slide 15 - Quiz

Welke 'preposition of time' moet er op de stipjes komen te staan?

... the 1970's
A
in
B
at
C
on

Slide 16 - Quiz

Alles gemaakt?    Dat was niet makkelijk he?
Je bent een topper!

Slide 17 - Slide

Oh ja...lees E, F en G nog even op pagina 15 van je boek. Dan leer je in, at en on toe te passen.
Dat ziet er zo uit.....

Slide 18 - Slide