This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Nederland in de WOI
Slide 1 - Slide
Welk jaartal hoort bij het begrip Von Schlieffenplan
A
1914
B
1917
C
1923
D
1924
Slide 2 - Quiz
Wie kwamen na de Russische Revolutie van 1917 in Rusland aan de macht?
A
kapitalisten
B
communisten
C
fascisten
D
nationaalsocialisten
Slide 3 - Quiz
Amerika doet mee met de Eerste Wereldoorlog in het jaar:
A
1912
B
1914
C
1917
D
1918
Slide 4 - Quiz
Vooraf controleren van het nieuws/pers door de overheid:
A
Communisme
B
Indoctrinatie
C
propaganda
D
censuur
Slide 5 - Quiz
Welk verdrag moest Duitsland na de Eerste Wereldoorlog tekenen?
A
Verdrag van München
B
Verdrag van Parijs
C
Verdrag van Versailles
D
Verdrag van Münster
Slide 6 - Quiz
Wie is de schuldige van de oorlog, volgens het Verdrag van Versailles?
A
Oostenrijk-Hongarije
B
Rusland
C
Frankrijk
D
Duitsland
Slide 7 - Quiz
Leerdoelen
Je weet de betekenis van de begrippen mobilisatie en distributie.
Je kunt omschrijven welke drie gevolgen Nederland had van de Eerste Wereldoorlog.
Slide 8 - Slide
Theorie
Belgie was, net als Nederland neutraal. Toch raakte Belgie bij de oorlog betrokken (hoe gebeurde dit..?). Dat kon ook Nederland gebeuren. Daarom besloot de Nederlandse regering dat het leger klaar moest staan om het land te verdedigen bij een eventuele aanval. Het leger moest worden gemobiliseerd.
Opschrijven:
Mobilisatie: Het leger gereedmaken voor een oorlog.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Theorie
De mobilisatie leverde het Nederlandse leger 200.000 man op. Deze bewaakten vooral de grenzen. Dat was ook nodig want er kwamen nogal wat mensen naar de Nederlandse grenzen toe:
1.000.00.000 Belgen kwamen onderdak zoeken in Nederland.
Duizenden soldaten deserteerden en gingen naar Nederland.
Slide 11 - Slide
Het dodendraad
Slide 12 - Slide
Theorie
De Nederlandse economie had veel last van de oorlog. Door het oorlogsgeweld nam de internationale handel af. Het vervoer van grondstoffen, producten en voedsel over zee werd erg gevaarlijk. Honderden (!) Nederlandse handelsschepen werden geraakt door torpedo's door Duits onderzeeers.
Slide 13 - Slide
Theorie
In de loop van de oorlog ontstond er een tekort aan producten. Om de beschikbare producten zo eerlijk mogelijk te verdelen onder de Nederlanders werd er een distributie ingevoerd.
Opschrijven:
Distributie: een manier om beschikbare producten te verdelen, vaak met een systeem van bonnen.
Slide 14 - Slide
De vergissing van Troelstra
Slide 15 - Slide
Nederland veel last van oorlog --> Hongersnood
1918: leider van socialistische partij, Pieter Jelles Troelstra, roept de revolutie uit
Wilde macht van Nederland bij arbeiders hebben
Kreeg geen steun dus mislukte
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Gevolgen neutraliteit Nederland
De Duitse Keizer vlucht net na de oorlog uit Duitsland.
Hij krijgt asiel in Nederland en woont daar tot zijn dood in 1941
Slide 18 - Slide
Aan de slag
1. Maak de opdrachten ..... op pagina 61-63.
2. Optioneel: kijk In Europa - 1916 en In Europa 1917
Slide 19 - Slide
Leerdoelen nabespreken
Je weet de betekenis van de begrippen mobilisatie en distributie.
Je weet drie gevolgen voor Nederland in de Eerste Wereldoorlog.
Slide 20 - Slide
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd in Nederland het distributiestelsel ingevoerd. Waarom was het distributiestelsel nodig? En voor welke groep was dit stelsel bedoeld?
A
Het was nodig vanwege de Dodendraad, en het was alleen bedoeld voor Belgische vluchtelingen.
B
Het was nodig vanwege de Dodendraad, en het was bedoeld voor alle burgers.
C
Het was nodig vanwege de handelsbelemmeringen, en het was alleen bedoeld voor Belgische vluchtelingen.
D
Het was nodig vanwege de handelsbelemmeringen, en het was bedoeld voor alle burgers.
Slide 21 - Quiz
Wat betekend het begrip mobilisatie?
A
Het leger gaat meevechten
B
Het leger kan zich snel bewegen
C
Het leger communiceert veel met elkaar
D
Het leger staat paraat, maar vecht niet mee.
Slide 22 - Quiz
In de bron is te zien dat de Dodendraad wordt aangelegd onder toezicht van soldaten.
Bij welk land horen deze soldaten?
A
België
B
Duitsland
C
Nederland
D
Frankrijk
Slide 23 - Quiz
Wat
Maak de invulsamenvatting
Maak de examenopdrachten
Tijd
Tot einde van de les
Hoe
Zachtjes praten mag.
Muziek via Chromebook ook.
Hulp
De docent loopt rond.
Klaar
Maak de eindtoets van paragraaf 1
Maak een samenvatting/Flashkaarten/Begrippenlijst
timer
5:00
Slide 24 - Slide
Hoeveel Belgische vluchtelingen kwamen er naar Nederland?