8.3 revolutie 12/2 13/2 16/2

Wat weet je al over de Franse Revolutie?
1 / 32
next
Slide 1: Mind map
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 9 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat weet je al over de Franse Revolutie?

Slide 1 - Mind map

De Franse Revolutie 
  • Franse Revolutie
Doelen:
Begin maken met 8.3
Huiswerk 8.3

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Waarmee begon de Franse Revolutie?
A
Belastingverhoging van de koning
B
Bestorming Bastille
C
onthoofding van de koning
D
vlucht Willem V

Slide 6 - Quiz

Wat is een standenmaatschappij?
A
Iedereen in de samenleving is gelijk
B
De maatschappij is ingedeeld in groepen
C
Er waren verschillende groepen op gebied van werk
D
Er waren verschillende groepen met elk zijn eigen plaats en taak

Slide 7 - Quiz

De standenmaatschappij bestond uit 3 standen. Welke stand(en) had(den) de minste rechten?
A
De eerste stand: De geestelijken
B
De tweede stand: De edelen
C
De derde stand: De boeren en burgers
D
Alle standen hadden even veel rechten.

Slide 8 - Quiz

Tussen welke jaren speelde de Franse Revolutie zich af?
A
Tussen 1790 en 1799
B
Tussen 1865 en 1875
C
Tussen 1769 en 1789
D
Tussen 1789 en 1799

Slide 9 - Quiz

Franse Revolutie
  • Begon op 14 juli 1789
  • Lodewijk XVI heeft de absolute macht: Hij nam alle beslissingen zelf en hoefde aan niemand verantwoording af te leggen.
  • Burgers komen in opstand, omdat ze teveel belastingen moesten betalen en mee wilden beslissen over wetten.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Napoleon Bonaparte (1769 - 1821)
Napoleon Bonaparte
Napoleon Bonaparte werd geboren op het eiland Corsica. Napoleon ging als kind naar een militaire school in Frankrijk. In het leger wist hij carrière te maken. Ten tijden van de Franse Revolutie werd hij generaal. In 1799 pleegde Napoleon een staatsgreep, waarna hij regeerde als dictator. In 1804 kroonde Napoleon zichzelf tot keizer der Fransen.
Nadat Napoleon enkele grote veldslagen had verloren, werd hij afgezet. Hij werd in 1814 verbannen naar het eiland Elba, voor de kust van Italië. Maar Napoleon wist te ontsnappen en greep opnieuw de macht in Frankrijk. Maar niet voor lang. In 1815 werd Napoleon opnieuw verslagen. Dit keer bij het Belgische plaatsje Waterloo. Napoleon werd voor de tweede keer verbannen. Hij werd gedeporteerd naar het eiland Sint-Helena, voor de kust van Afrika. Daar stierf hij in 1821.

Slide 13 - Slide

Een paar hoofdrolspelers...
Lodewijk XIV
Napoleon Bonaparte

Slide 14 - Drag question

Het Franse rijk van Napoleon bestaat uit een aantal landen, waaronder Nederland. Wie benoemt Napoleon tot koning van Nederland?
Napoleon benoemt zijn broer Lodewijk Napoleon tot koning van de Nederlanden. Op dat moment is Nederland voor het eerst een koninkrijk. 
A
Willem van Oranje
B
Lodewijk Napoleon
C
Hemzelf

Slide 15 - Quiz

Wie was Napoleon?
A
Een Franse priester die voor de derde stand opkwam
B
Een Franse soldaat die wereldberoemd werd door zijn krijgskunst
C
Een Franse generaal die de macht overnam in Frankrijk en keizer werd
D
Een Franse edelman die het oneens was met de koning

Slide 16 - Quiz


Wat gebeurt er met Napoleon?
A
Hij wordt vermoord
B
Hij wordt opgevolgd door zijn zoon
C
Hij wordt verbannen naar Elba, een eiland in de middenlandse zee.
D
Hij blijft gewoon aan de macht, maar heeft nu minder macht

Slide 17 - Quiz

Wat was de achternaam van Napoleon?
A
De Leeuw
B
Zeus
C
Van Oranje
D
Bonaparte

Slide 18 - Quiz

Door Napoleon:
A
Gebruiken we maten als meter, liter en kilo in Nederland
B
Heeft iedereen in Nederland een achternaam moeten nemen
C
Rijden we rechts op de wegen in Nederland
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Video

Slide 21 - Slide

Wie neemt na Napoleon de macht over in Nederland?
A
Koning Willem I
B
Koning Filips II van Spanje
C
Koningin Wilhelmina
D
Willem Alexander

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Video

Wat was de Terreur?
A
Een periode van rust en vrede
B
Een periode van grote economische groei
C
Een periode waarin tegenstanders van de Franse Republiek werden uitgeschakeld
D
Een periode waarin iedereen gelijk werd behandeld

Slide 24 - Quiz

1
2
3
4
Het Franse revolutionaire leger valt Nederland binnen.
Nederland wordt een eenheidsstaat.
Nederland wordt een koninkrijk.
Er komt een einde aan de Bataafse Republiek.

Slide 25 - Drag question

Hoort bij de industriële revolutie
Hoort niet bij de industriële revolutie

Slide 26 - Drag question

Wat is de industriële revolutie?
A
De overgang van jagen en verzamelen naar de landbouw
B
De trek van het platteland naar de stad
C
De overgang van werken met de hand naar werken met machines
D
Grote groepen arbeiders die in fabrieken werken.

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Video

Maak 8.3.2 en 8.3.3

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video