14-12 recap demon. pro & oefentoets

Demonstative pron. recap &
ch. 3 practice test
  • Rustig zitten op je vaste plek.
  • Afspraak: LUISTEREN WANNEER 
        IK PRAAT EN WIL PRATEN. 
  • Chromebook, book, notbook & pen

And.......... positive attitude to learn!



 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

Demonstative pron. recap &
ch. 3 practice test
  • Rustig zitten op je vaste plek.
  • Afspraak: LUISTEREN WANNEER 
        IK PRAAT EN WIL PRATEN. 
  • Chromebook, book, notbook & pen

And.......... positive attitude to learn!



 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Previous class
Grammar: some & any
Grammar: plurals
1. I need any eggs. 
2. He has some sweets for you. 
3. She doesn't have any crisps. 
4. She doesn't want some food.
5. Do you have some sugar?
6. Can I have some juice, please?
photo
pig
knife
potato
boy
party
timer
5:00
  • photos
  • pigs
  • knives
  • potatoes
  • boys
  • parties

Slide 2 - Slide

wat
hoe
tijd
na tijd
nakijken: je fout corrigeren 
Afspraken vandaag.......
In de lokaal:
  1. Op je plek blijven zitten.
  2. Blijft van elkaar en elkaar spullen af.
  3. Niet schreeuwen naar elkaar.
  4. Respectvol gedrag tonen

Uitleg/instructie:
  1. Focustime: Iedereen stil en luisteren



Lesafsluiting:
  1. Opruimen pas als ik het zegt.
  2. Stoelen aanschuiven

Slide 3 - Slide

-zodat iedereen goed kan luisteren.
- vragen? hand opsteken
Learning goals
By the end of this class:
  • I can use the words this, that, these and those correctly.
  • I did a practice test (oefentoets) of chapter 3.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Today's plan
  1. What do you remember? Demonstrative pronoun (padlet)
  2. Demonstrative pronoun recap video explanation & practice
  3. Chapter 3 practice test
  4. Zelfstandigwerken


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

What do you remember?
Answer these questions in Padlet:
  1. What are the 4 demonstrative pronouns?
  2. Why do you use demonstrative pronouns? (gebruik)
  3. What are the 2 dem. pronouns you can use if something is further away (verder weg).
  4. What are the 2 dem. pronouns you can use if something 
       is nearby (dichtbij).


Slide 6 - Slide

what?
how?
Extra uitleg video
Tip:
  • Extra uitleg op stepping stones (online)
  • Focustime: Luister naar de video met volle aandacht.
  • Tijd: 3 minuten still

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

timer
5:00

Slide 8 - Slide

hoe: individueel, schrijf de reden op. enkelvoud, verder weg etc
Demonstrative pronouns (aanwijzend voornaamwoord)
Enkelvoud
Meervoud
Dichtbij 
(over) here
this

these

This book over here belongs to me.  These books over here is hers.
Ver weg
(over) there
that

those
That pear over there is green.
Those pears over there are yellow.



Je gebruikt this, that, these, those om te verwijzen naar personen, dieren en dingen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat: hfd. 3 oefentoets maken (link staat op classroom)
Hoe: individueel 
Tijd: 20 minuten
Hulp: Docent
Klaar?: Begin aan opgaven in de boek:
hfd 3: B opg. 12 t/17 blz. 144, F opg. 46 blz. 163




timer
20:00

Slide 10 - Slide

resultaten: ik zie het ook
Hoofdstuk 3 afronden
Wat: (af) maken/ controleren ------->

Hoe: individueel 
Hulp: boek, docemt




B opg. 12 t/m 17 blz 144
C opg. 23 p 150
E 34 t/m 37 blz. 163
F opg. 45 blz. 163
I opg. 59, 60,62 pg. 173


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

The end of class
  • Class recap (herhaling)
  • What did you learn today? (learning goals)
  • Class evaluation: (listening to teacher, following instructions etc.)
  • Homework (huiswerk): 
- 16 dec voor 22 uur cooking vlog inleveren
         
  •  Next class (volgende les): Kerstboek lezen en activiteit
                                         



                                                               

Slide 12 - Slide

Als iets verweg is en meervoud welke demon pro gebruik je, naam? those
Als iets dichtbij en meervoud? these
En iets die dichtbij en enkelvoud this
Iets die verderweg is en enkelvoud  that