W3-EN-3M-Les 2

Doelen voor vandaag
- Wat is de past continuous?
- Hoe maak je het?
- Hoe gebruik je het in combinatie met de past simple?


1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Doelen voor vandaag
- Wat is de past continuous?
- Hoe maak je het?
- Hoe gebruik je het in combinatie met de past simple?


Slide 1 - Slide

Past Continuous

Slide 2 - Slide

Wanneer gebruik je deze tijd?

Om aan te geven dat iets in het verleden een tijdje aan de gang was. 

The audience was applauding until he fell off the stage.

Slide 3 - Slide

To be (was/were) + ww + -ing

He was driving his car all day.
We were showing our presents.
My neighbours were shouting at each other.

Slide 4 - Slide

3 manieren
Bevestigend
Ontkennend
Vragend
You were playing football.
You were not playing football.
Were you playing football?
He was playing football.
He wasn't playing football.
Was he playing football'?

Slide 5 - Slide

Verschil tussen Past continuous en Past simple

De Past Simple gebruik je vooral als je het hebt over simpele feitjes uit het verleden: je hebt toen iets gedaan (bijv. I walked home tonight). 

De Past Continuous benadrukt meer dat de actie een tijdje duurde; je was iets aan het doen.



Slide 6 - Slide

Past Simple VS Past Continuous 

Slide 7 - Slide

Voorbeelden

  • He was doing the dishes when the phone rang.
  • They were working on their homework when I called them.
  • My mum was talking about me when I came in.

--> Je gebruikt de Past Continuous voor de activiteit die het langst duurde en de Past Simple voor de activiteit die het kortst duurde.

Slide 8 - Slide

I ______ (sit) in a cafe when you
_________(call) .

Slide 9 - Open question

Susie ______
(watch) a film when she
______ (hear) the noise.

Slide 10 - Open question

We ______
(play) tennis when John
______ (hurt) his ankle

Slide 11 - Open question

When I _____
(walk) into the room, everyone
_______ (work).

Slide 12 - Open question

When her train _____
(get) to the station, we
_____ (wait) on the platform.

Slide 13 - Open question

Homework

Blz 98 opdr 15

Slide 14 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 15 - Mind map

Extra oefenen?

Slide 16 - Slide