Blaasontsteking

Leerdoelen (1)
Aan het eind van deze les weet je:
  • Welke klachten iemand heeft bij een urineweginfectie;
  • Welke kenmerken van de patiënt belangrijk zijn voor de behandeling van een urineweginfectie;
  • Welke middelen er gebruikt kunnen worden bij de behandeling van een urineweginfectie;
  • Welke niet – medicamenteuze adviezen gegeven kunnen worden bij de behandeling van een urineweginfectie

1 / 17
next
Slide 1: Slide
C5 eerste jaars periode 2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Leerdoelen (1)
Aan het eind van deze les weet je:
  • Welke klachten iemand heeft bij een urineweginfectie;
  • Welke kenmerken van de patiënt belangrijk zijn voor de behandeling van een urineweginfectie;
  • Welke middelen er gebruikt kunnen worden bij de behandeling van een urineweginfectie;
  • Welke niet – medicamenteuze adviezen gegeven kunnen worden bij de behandeling van een urineweginfectie

Slide 1 - Slide

Leerdoelen (2)
Aan het eind van de les kan je:
  • Niet – medicamenteuze adviezen geven aan iemand die lijdt aan een urineweginfectie

Slide 2 - Slide

bekijk de volgende video's en beantwoord daarna de vragen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Noem vijf symptomen die kunnen optreden bij een blaasontsteking

Slide 6 - Open question

Wat zijn de verschijnselen van een blaasontsteking bij een kind?

Slide 7 - Open question

Hoeveel per jaar ziet een gemiddelde huisarts iemand met een blaasontsteking?
A
een tot tweemaal per jaar
B
tientallen keren per jaar
C
honderden keren per jaar
D
duizenden keren per jaar

Slide 8 - Quiz

Welke adviezen kan je geven aan iemand die regelmatig een blaasontsteking krijgt?

Slide 9 - Open question

Is het geven van antibiotica bij een blaasontsteking altijd nodig?
A
ja, altijd
B
nee, bijna nooit
C
ja, maar niet bij risicogroepen
D
nee, een blaasontsteking kan vanzelf overgaan

Slide 10 - Quiz

Wat is een uitgesteld recept voor een antibioticumkuur bij een blaasontsteking?

Slide 11 - Open question

Waarom worden plaszakjes bij baby's niet meer gebruikt?

Slide 12 - Open question

Een cystitis (blaasontsteking) kan ook ongecompliceerd zijn. Bij welke groep is dat?

Slide 13 - Open question

Welke middelen hebben volgens de NHG - standaard de voorkeur bij een ongecompliceerde urineweginfectie?
A
amoxicilline, trimethoprim
B
nitrofurantoïne, fosfomycine
C
amoxicilline-clavulaanzuur, ciprofloxacin
D
nitrofurantoïne, co-trimoxazol

Slide 14 - Quiz

Welke middelen hebben volgens de NHG - standaard de voorkeur bij een zwangere met een urineweginfectie?
A
amoxicilline-clavulaanzuur, nitrofurantoïne
B
amoxicilline, fosfomycine
C
fosfomycine, co-trimoxazol
D
nitrofurantoïne, fosfomycine

Slide 15 - Quiz

In welke periode van de zwangerschap mag je nitrofurantoïne NIET geven?

Slide 16 - Open question

Nitrofurantoïne heeft niet geholpen. Welk middel geeft de arts dan?

Slide 17 - Open question