H2 Van de bergen naar de zee - Par Het stroomgebied van de Rijn - les 2

H2.3 Het stroomgebied van de Rijn
1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H2.3 Het stroomgebied van de Rijn

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Herhalen
herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen herhalen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Korte waterkringloop
Lange waterkringloop
afstromen
neerslag
Infiltreren
Verdamping
Condenseren

Slide 3 - Drag question

nu kun je je kennis testen. 
Waar staan twee onderdelen van de waterkringloop die behoren tot de
korte waterkringloop? 
Sleep het juiste antwoord naar 'dit is het goede antwoord.'
Dit is het goede antwoord
afstroming en condensatie 
afstroming en infiltratie
condensatie en infiltratie
condensatie en verdamping
verdamping en afstroming
verdamping en infiltratie

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Wat is evapotranspiratie?
A
Het transpireren van bomen
B
De som van water van het land en verdamping
C
Verdamping van water uit bomen en planten
D
De som van water uit bomen en planten en verdamping

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions


'Het stroomgebied van de Maas is groter dan het stroomgebied van de Rijn.'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Verschillende soorten rivieren. Uit welk water bestaan de soorten rivieren?
Regenrivier
Gletsjerrivier
Gemengde rivier
Regenwater en grondwater
Smeltwater
Regenwater en smeltwater
Regenwater 
Grondwater

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Leerdoelen
1. Je weet wat de kenmerken zijn van de Rijn in de Boven-Rijnse Laagvlakte.
2. Je weet wat er bijzonder is aan de Midden-Rijn.
3. Je kunt beschrijven op welke manier een rivier zich
gedraagt in de boven- en de benedenloop.
4. Je kunt beschrijven waardoor een delta ontstaat.
5. Je weet waar erosie en waar sedimentatie in een
meanderende rivier plaatsvindt.
6. Je kent het verschil tussen het regiem en het debiet.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Stroomgebied Rijn
Boven-Rijnse laagvlakte
1
De Midden-Rijn
2
Benedenloop van de Rijn
3

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

1. Boven-Rijnse laagvlakte (1)
  • Bij Basel stroomt de Rijn de Boven-Rijnse Laagvlakte binnen.

  • Boven-Rijnse Laagvlakte:
 
    - miljoenen jaren geleden ontstaan toen een deel van de aardkorst naar beneden zakte = slenk (de laagvlakte)

     - aan weerskanten liggen hoger gelegen gebieden = horsten (Zwarte Woud en Vogezen)

     - de Rijn is hier goed bevaarbaar

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

1. Boven-Rijnse laagvlakte (2)
  • De Rijn stroomt hier langzaam:
 - minder uitsnijding (minder diep door minder erosie)
 - bredere rivier met ruime bochten 
 = meanders
  • Hoe ontstaan meanders?

- in de buitenbocht stroomt water snel
 
  bocht wordt groter door erosie
 
 - in de binnenbocht stroomt water langzamer
 
  bocht groeit aan door sedimentatie

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Sedimentatie

Sedimentatie = Het neerleggen van deeltjes.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Sedimentatie

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

2. De Midden-Rijn
  • Tussen Bingen en Bonn moet de middenloop van de Rijn door gebergten.





Veel Middeleeuwse kastelen langs dit deel van de Rijn.

 Ook: toeristisch en Werelderfgoed. 
  oa de Hunsrück, de Eifel, de Taunus
 
  rivier zoekt de zwakke plekken in het gesteente
 
  veel afbuigingen, smaller, dieper

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Link

This item has no instructions

3. Benedenloop van de Rijn
Na Bonn: geen (grote) hoogteverschillen meer.
 
  langzame stroming, breed, veel meanders
 
  veel rivierarmen


Hoe ontstaan die rivierarmen?




- veel sedimentatie bij de monding
 
 - door veel sedimentatie raakten rivierbeddingen verstopt
 
 - nieuwe uitgangen naar zee --> veel rivierarmen --> delta

Delta's
Delta’s (zoals Nederland) zijn:
 
 - vlak
 - vruchtbaar

 - dichtbevolkt
 
  ook: grote kans op overstromingen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Link

This item has no instructions

Slide 20 - Link

This item has no instructions

Regiem van Rijn en Maas
Debiet
Regiem

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Stroomgebied Rijn
Boven-Rijnse laagvlakte
1
De Midden-Rijn
2
Benedenloop van de Rijn
3
1
Welke begrippen/kenmerken kunnen we koppelen aan de boven-, midden- en benedenloop?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
1. Je weet wat de kenmerken zijn van de Rijn in de Boven-Rijnse Laagvlakte.
2. Je weet wat er bijzonder is aan de Midden-Rijn.
3. Je kunt beschrijven op welke manier een rivier zich
gedraagt in de boven- en de benedenloop.
4. Je kunt beschrijven waardoor een delta ontstaat.
5. Je weet waar erosie en waar sedimentatie in een
meanderende rivier plaatsvindt.
6. Je kent het verschil tussen het regiem en het debiet.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions