Klas 2 blok 2 lijdend voorwerp

Werkwoordelijk gezegde
1 / 12
next
Slide 1: Mind map
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Werkwoordelijk gezegde

Slide 1 - Mind map

This item has no instructions

onderwerp

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Lijdend voorwerp
wie of wat + wwg + ow

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Lijdend voorwerp
Helaas is deze les afgelopen.
A
Helaas
B
is afgelopen
C
deze les
D
geen lijdend voorwerp

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het lijdend voorwerp?
'Peter heeft gisteren zijn scooterrijbewijs gehaald.'

A
Peter
B
gisteren
C
scooterrijbewijs
D
Er is geen lijdend voorwerp

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

In elke zin staat een lijdend voorwerp
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het lijdend voorwerp?
Quirijn krijgt tandjes
A
Quirijn
B
krijgt
C
tandjes
D
er is geen lijdend voorwerp

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Vandaag hebben we pizza gegeten.
we =
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het lijdend voorwerp in de zin:

'Ivo heeft gisteren gewonnen.'
A
Ivo
B
gisteren
C
gewonnen
D
Er is geen lijdend voorwerp.

Slide 10 - Quiz

Je kan aan deze zin wel een lijdend voorwerp toevoegen: 'Ivo heeft gisteren de eerste prijs gewonnen'.
Jan gaf de toets aan de leraar.

Wat is 'de toets'?
A
meewerkend voorwerp
B
lijdend voorwerp
C
onderwerp
D
meewerkend voorwerp

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Maak de opdrachten van grammatica blok 2
2.7 lijdend voorwerp

Plannen toets grammatica

Slide 12 - Slide

This item has no instructions