woorden die eindigen op -el -er - en - te

LESDOEL
Jullie kunnen woorden die eindigen op
-en (jongen)
-el (deksel)
-er  (donker)
-te (groente) 
correct spellen.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 5

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

LESDOEL
Jullie kunnen woorden die eindigen op
-en (jongen)
-el (deksel)
-er  (donker)
-te (groente) 
correct spellen.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

de regel
je hoort
SLEUTUL




SLEUTEL

hoor je -ul aan het eind dan schrijf je

SLEUTEL


Slide 3 - Slide

Schrijf het woord op!

Slide 4 - Open question


 Schrijf het woord op!

Slide 5 - Open question

de regel
je hoort
GIETUR




SLEUTEL

hoor je -ur aan het eind dan schrijf je

GIETER


Slide 6 - Slide


 Schrijf het woord op!

Slide 7 - Open question


 Schrijf het woord op!

Slide 8 - Open question

de regel
je hoort
JONGEN




SLEUTEL

hoor je -un aan het eind dan schrijf je

JONGEN


Slide 9 - Slide


 Schrijf het woord op!

Slide 10 - Open question


 Schrijf het woord op!

Slide 11 - Open question


 Schrijf het woord op!

Slide 12 - Open question

de regel
je hoort
GROENTU




SLEUTEL

hoor je -tu aan het eind dan schrijf je

GROENTE


Slide 13 - Slide


 Schrijf het woord op!

Slide 14 - Open question


 Schrijf het woord op!

Slide 15 - Open question


 Schrijf het woord op!

Slide 16 - Open question

oefendictee
Daarna:
SNAPPET SPELLING
 Thema 3, week 2, Les 7
OPGAVE 2 + 2x10 in het plusje
Klaar: les 8 de flitsles maken
Klaar met beide lessen van spelling: lezen



timer
30:00

Slide 17 - Slide