3.4 Wat kost het voor het milieu?

3.4 Wat kost het voor het milieu?
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.4 Wat kost het voor het milieu?

Slide 1 - Slide

Planning
  1. Wat weet ik al?
  2. Wat ga ik leren?
  3. Aantekening
  4. Opdrachten maken
  5. Wat heb ik geleerd?

Slide 2 - Slide

Wat weet ik al? (1)
Verbeter de volgende formules. Eerst alleen daarna check je jouw antwoord met de buurman/buurvrouw.
  • Omzet = afzet x inkoopprijs
  • Inkoopwaarde = afzet x verkoopprijs
  • Brutowinst = Omzet - inkoopprijs
  • Nettoresultaat = Inkoopwaarde - bedrijfskosten

Slide 3 - Slide

Wat weet ik al? (2)

Slide 4 - Slide

Wat ga ik leren?
Na afloop van deze les ken/kan ik... :
  1. ... uitleggen wat duurzaam betekent
  2. ... voorbeelden noemen om iets duurzamer te maken
  3. ... uitleggen wat maatschappelijke kosten zijn
  4. ... het verschil opnoemen tussen bedrijfskosten en maatschappelijke kosten
  5. ... uitleggen wat de overheid doet voor duurzaamheid

Slide 5 - Slide

0

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Duurzaam
  • Duurzaam = producten en diensten leveren geen schade op voor mensen/natuur voor nu en in de toekomst

Slide 8 - Slide

Duurzamer worden/maken
  • 1. Energie gebruiken die niet op kan gaan

Slide 9 - Slide

duurzame energie EU
NOS

Slide 10 - Slide

Duurzamer worden/maken
  • 2. Afval voorkomen, scheiden en recyclen

Slide 11 - Slide

Duurzaam worden/maken
  • 3. Geen vervuiling van de omgeving

Slide 12 - Slide

Maatschappelijke kosten
  • Bedrijfskosten = kosten die een bedrijf moet betalen (behalve inkoopkosten en belastingen)
  • bijv: huurkosten, energiekosten, loonkosten
  • Maatschappelijke kosten = kosten die niet door de vervuiler worden betaald maar door de overheid (de maatschappij)
  • Bijv: uitlaatgassen (CO2)
  • Verschil bedrijfs- en maatschappelijke kosten?

Slide 13 - Slide

Wat doet de overheid?
1. Milieuwetten maken (regels opstellen)
  • bijv: ''Een bedrijf moet een vergunning aanvragen als zij afvalwater in de rivier wilt lozen''

2. Subsidies (geld geven aan bedrijven)
  • bijv: ''Een bedrijf krijgt € 2000 als zij zonnepanelen aanschaft''

Slide 14 - Slide

Oefenen
  1. Maken paragraaf 4
  2. Klaar? Begin met leren van de aantekeningen voor het proefwerk.
timer
15:00

Slide 15 - Slide

Wat hebben we geleerd?

Slide 16 - Slide

Wat heb ik geleerd?
Na afloop van deze les ken/kan ik... :
  1. ... uitleggen wat duurzaam betekent
  2. ... voorbeelden noemen om iets duurzamer te maken 
  3. ... uitleggen wat maatschappelijke kosten zijn 
  4. ... het verschil opnoemen tussen bedrijfskosten en maatschappelijke kosten 
  5. ... uitleggen wat de overheid doet voor duurzaamheid

Slide 17 - Slide

Wat moet je kennen/kunnen voor de toets?
  • Begrippenlijst leren (p. 91)
  • Vier productiefactoren leren (aantekening)
  • Verkoopprijs zonder btw, verkoopprijs met btw en btw berekenen
  • Omzet, inkoopwaarde, brutowinst en nettowinst berekenen

Slide 18 - Slide

Hoe leren voor de toets?
  1. Overschrijven begrippenlijst p. 91
  2. Bekijken en opnieuw maken lastige berekeningen btw (zie rekenboekje btw)
  3. Bekijken en opnieuw maken lastige berekeningen omzet, inkoopwaarde, brutoresultaat en nettoresultaat (zie rekenboekje berekeningen)
  4. Maken test p. 94 
  5. Bekijken LessonUps van afgelopen hoofdstuk via LessonUp-app

Slide 19 - Slide