Les 3, deel 1/3: Het huis met het windgat

Les 3: Het huis met het windgat
DEEL 1
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WoordenschatWereldoriëntatie+1BasisschoolGroep 6

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 3: Het huis met het windgat
DEEL 1

Slide 1 - Slide

NB:
Dit lesmateriaal is tot stand gekomen in de periode 2021 - 2024 in het project UGO (Utrecht Gelijke Onderwijskansen) op basis van het curriculum van de voormalig Brede School Academie (BSA) Utrecht en in samenwerking met de gemeente Utrecht en de Utrechtse schoolbesturen PCOU Willibrord, SPO Utrecht en KSU. Het project UGO eindigt op 1 oktober 2024.
 
       weet je meer over wonen in de
       woestijn;

       heb je kennisgemaakt met tien
       nieuwe woorden.
     Aan het eind van dit deel van de les:

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

de introductie op de tekst

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wonen in de woestijn
Het leven in een woestijn valt niet mee: het is er droog en kan er hard waaien. Je moet zorgen dat het vee te eten heeft, maar je kan je tent ook niet zomaar overal neerzetten. Waar en hoe ga je naar school en waar haal je je water? 
Wat weet jij al over wonen in de woestijn?  In de volgende slide kun je dat invullen in het woordweb.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Vul in waar jij aan denkt bij woestijnen en bij wonen in een woestijn.
(wonen in) de woestijn
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

het introductiefilmpje
Vóórdat je in deel 2 van de les de tekst gaat lezen, ga je dit filmpje bekijken.
In het filmpje wordt verteld over het leven van Mohamed in de woestijn in Marokko.

Klik op de oranje tekst om het filmpje te starten.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Vragen beantwoorden
In deze lessen ga je vaak vragen beantwoorden:
     Van sommige vragen staat het antwoord in de tekst of hoor of zie je het 
     antwoord in het introductiefilmpje. Dit zijn de lees- en kijkvragen.
     Bij andere vragen is dat niet zo. Daarop vind je je antwoord door goed na te
     denken over de informatie uit de tekst of het introductiefilmpje. Die vragen 
     noemen we denkvragen.

de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
Bij deze lessen hoort een hand-out met uitleg over hoe je op een goede manier antwoord geeft op de denkvragen. Vraag ernaar bij je leerkracht en maak steeds gebruik van de tips. Die gelden natuurlijk ook voor andere vragen!

Slide 7 - Slide

Print de hand-out 'Denkvragen beantwoorden' voor je leerlingen uit en besteed er deze 1e les van het blok veel aandacht aan.

Het is de bedoeling dat de leerlingen steeds gebruik maken van de tips en handvaten die in de hand-out geboden worden en zich deze manier van antwoord geven eigen gaan maken.

Benoem dit regelmatig bij de open vragen.

Waardoor wordt het steeds moeilijker voor Mohamed
en zijn familie om in de woestijn te leven?
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 8 - Open question

Het wordt steeds moeilijker voor Mohamed en zijn familie om in de woestijn te leven omdat de droogte toeneemt. Daardoor is er steeds minder eten te vinden voor de kudde geiten en kan de familie steeds minder goed voor ze zorgen. Zo verdwijnt ook hun eigen voedselbron (de geiten).

Op welke dingen moet je allemaal letten als je een school in de woestijn gaat bouwen? Bedenk drie dingen.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 9 - Open question

1) Je moet bijvoorbeeld denken aan de plek waar de meeste kinderen wonen, zodat ze niet te lang hoeven te lopen naar de school.
2) Het gebouw moet tegen hitte en droogte kunnen.
3) Het kan slim zijn om de school dicht bij een waterbron te bouwen. Zo hebben de kinderen op school toegang tot water en kunnen ze het ook mee naar huis nemen.
woordenschat
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

benutten
vindingrijk
afgelegen
de bewoonde wereld
bestand zijn tegen
In de tekst die je in deel 2 van deze les gaat lezen, leer je tien nieuwe woorden.
Hier zie je alvast de eerste vijf:
Woord: vindingrijk
Betekenis: goed in het bedenken van slimme ideeën
Voorbeeldzin: Zij is erg vindingrijk. Als er een probleem is, dan heeft ze vaak een goed idee om het op te lossen. 
4
Woord: de bewoonde wereld
Betekenis: waar de meeste mensen wonen
Voorbeeldzin: Zij wonen nog net in de bewoonde wereld. Aan de ene kant hebben zij nog buren, maar aan de andere kant begint het grote bos.
1
Woord: bestand zijn tegen
Betekenis: ergens tegen kunnen
Voorbeeldzin: Een huis moet goed bestand zijn tegen regen, wind en kou of hitte.
2
Woord: afgelegen
Betekenis: waar geen of heel weinig mensen wonen
Voorbeeldzin: De boerderij lag erg afgelegen. Je zag alleen maar weilanden met koeien en helemaal geen huizen.
3
Woord: benutten
Betekenis: goed gebruiken
Voorbeeldzin: Als je het druk hebt, dan moet je je tijd goed benutten. 
5
Klik op het nummer bij het woord om
de betekenis van het woord en een
voorbeeldzin te laten verschijnen.
Klik op het geluidsfragment om het woord te beluisteren.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 11 - Slide

Kernbegrippen uit de tekst:
  • bestand zijn tegen
  • vindingrijk

(zie ook 4.2.1 van de 'Algemene handleiding PO')

aanleggen
monteren
het materiaal
in zijn geheel
de omgeving
En hier de tweede helft van de nieuwe woorden:
Woord: de omgeving
Betekenis:  de buurt
Voorbeeldzin: In de omgeving van mijn huis is geen sportveldje. Ik moet altijd een stukje fietsen gaan om te kunnen voetballen met mijn vrienden. 
6
Woord: in zijn geheel
Betekenis: helemaal
Voorbeeldzin: Omdat mijn broer haast had, probeerde hij zijn boterham in zijn geheel in zijn mond te proppen, maar dat lukte natuurlijk niet. 
7
Woord: aanleggen
Betekenis: zorgen dat iets er komt
Voorbeeldzin: De boer legt een hek aan om zijn weiland, zodat de schapen niet kunnen ontsnappen.
8
Woord: monteren
Betekenis: aan iets vastmaken
Voorbeeldzin: Hoe monteer ik deze filmpjes? Er zijn verschillende programma's waarmee je ze aan elkaar kunt plakken.
9
Woord: het materiaal
Betekenis: waar iets van gemaakt is
Voorbeeldzin: Het materiaal waar mijn trui van is gemaakt, is heerlijk warm en zacht.
10
Klik ook hier op het nummer bij het woord om de betekenis van het woord en een voorbeeldzin te laten verschijnen.
Klik op het geluidsfragment om het woord te horen.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Spelen met de woorden: domino!
Leg de dominostenen op de juiste plek zodat elk woord naast de juiste betekenis staat. Het eerste steentje ligt er al! 
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Welke van deze woorden kende je al? Sleep ze naar het juiste vak.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
Ja, dit woord ken ik al.
Nee, dit woord ken ik nog niet.
het materiaal
aanleggen
de omgeving
vindingrijk
bestand zijn tegen
monteren
in zijn geheel
benutten
afgelegen
de bewoonde wereld

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

terugblikken & vooruitkijken
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je geleerd over wonen in de woestijn?
(wonen in) de woestijn
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

De tekst die je in deel 2
gaat lezen, gaat over
een huis dat is aangepast
aan de woestijn.
In de volgende slide 
kun je invullen wat 
je daar al over weet.
het onderwerp van de tekst
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over gebouwen in woestijnen?
een huis in de woestijn
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

Je bent nu klaar met deel 1 van deze les. Veel plezier met deel 2!
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 19 - Slide

This item has no instructions