1. De Franse Revolutie

Wat hoort niet bij absolutisme?
A
alleen heersen
B
goddelijk recht om te regeren
C
democratie
D
vorst is hoogste rechter
1 / 22
next
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat hoort niet bij absolutisme?
A
alleen heersen
B
goddelijk recht om te regeren
C
democratie
D
vorst is hoogste rechter

Slide 1 - Quiz

Wat is absolutisme?
A
Waarbij de macht van de vorst door niets wordt beperkt
B
Waarbij de vorst moet luisteren naar de adel
C
Waarbij de macht van de adel groter is dan die van de vorst
D
Waarbij de vorst in oorlog is met heel Europa.

Slide 2 - Quiz

Wat is een grondwet?
A
Een wet waarin staat op grond waarvan een rechter iemand kan veroordelen.
B
Een wet waar de grondrechten van de Nederlanders in staan.
C
Een wet waarin staat hoe de overheid met de grond moet omgaan.

Slide 3 - Quiz

1. Frankrijk heeft een grondwet
2. Nederland heeft geen grondwet
A
Beide goed
B
Beide fout
C
1= goed 2 = fout
D
1= fout 2 = goed

Slide 4 - Quiz

Wat is de 'Verlichting?'
A
Uitvinding van de straatlantaarns
B
Steeds meer uitvindingen waarbij kennis belangrijker werd dan geloof
C
Steeds meer uitvindingen die het geloof helpen de bijbel te verklaren
D
Het schrijven van een nieuwe vertaling van de bijbel

Slide 5 - Quiz

Wat is GEEN Verlichtingsideaal?
A
Alle mensen hebben gelijke rechten waarmee zij geboren worden
B
De kerk en de staat moeten van elkaar gescheiden worden
C
De samenleving is gebaseerd op erfelijkheid
D
De hoogste macht moet bij het volk liggen (volkssoevereiniteit)

Slide 6 - Quiz

Wat is de Verlichting?
A
Een nieuwe manier van denken
B
Een ander woord voor wetenschappelijke revolutie
C
De Renaissance

Slide 7 - Quiz

Hongersnood
De vergadering

Slide 8 - Slide


Bestorming van de Bastille
14 juli 1789




  • Het Franse volk bestormt de Bastille.
  • De Franse Revolutie is begonnen...en slaat over op andere delen van het land!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Gevolgen van de bestorming
  • Er kwam een opstand door heel Frankrijk
  • Lodewijk XVI moest zijn macht overdragen

Slide 11 - Slide

De grondwet
Iedereen moest zich aan de grondwet houden. Hierin stonden zowel de rechten als de plichten.

  • De adel en geestelijkheid moesten belasting betalen.
  • Mensen die veel belasting betaalden mochten de leden van de nationale vergadering kiezen. 
  • Slavernij bleef bestaan. 
  • De meest gehate belastingen werden afgeschaft. 
  • De koning kreeg een stuk minder macht.

Slide 12 - Slide

De Franse Revolutie is geinspireerd door
A
De Renaissance
B
De Verlichting
C
De Amerikaanse revolutie
D
De Wetenschappelijke revolutie

Slide 13 - Quiz

De Franse Revolutie leidde tot...
A
Een democratie in Frankrijk
B
Allerlei andere revoluties in Europa
C
Afschaffing van de Drie Standen
D
Een stijging in de prijs van Franse kaas

Slide 14 - Quiz

Wat was het doel van de Franse revolutie?
A
meer macht voor het volk
B
meer macht voor de koning
C
meer macht voor de adel
D
meer macht voor de geestelijkheid

Slide 15 - Quiz

Wat is geen oorzaak van de Franse Revolutie?
A
Lodewijk XVI wordt terechtgesteld
B
De 3de stand mocht niet meebslissen
C
Er waren misoogsten
D
Lodewijk XVI had grote schulden

Slide 16 - Quiz

Wat is de hoofdoorzaak van de Franse revolutie?
A
De boeren zijn ontevreden
B
De Verlichting
C
De burgers zijn ontevreden
D
Frankrijk is bankroet

Slide 17 - Quiz

Wanneer wordt de Bastille bestormd?
A
5 mei 1788
B
21 juni 1788
C
14 juli 1789
D
21 juni 1789

Slide 18 - Quiz

Wat was een aanleiding voor de bestorming van de Bastille?
A
ontevreden over de stemming in de staten generaal over de belasting
B
honger, misoogst, slechte economie
C
het volk wilde zichzelf bewapenen tegen de koning
D
De gevangenen moeten vrij gelaten worden volgens de burgers

Slide 19 - Quiz

De bastille was
A
een paleis
B
een gevangenis
C
een kazerne
D
een ziekenhuis

Slide 20 - Quiz

Waarom was de bestorming van de Bastille zo belangrijk?
A
Omdat dit word gezien als het begin van de Franse Revolutie
B
Omdat de burgers van Parijs de stad konden overnemen
C
Omdat veel tegenstanders van de koning werden bevrijd
D
Omdat Napoleon mede hierdoor aan de macht zou komen in Frankrijk

Slide 21 - Quiz

Aantekening
  • Door de misoogsten + een lege schatkist + En de verlichting --> werd er een vergadering van de drie standen gehouden. 
  • De derde stand liep kwaad weg i.v.m. de ene stem die zij kregen. 
  • Ondertussen braken rellen uit die leidde tot de bestorming van de Bastille = het begin van de Franse revolutie. 
  • Hierdoor verloor de koning zijn macht en werd er een grondwet geschreven met daarin gelijkheid en vrijheid voor allen. 

Slide 22 - Slide