This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Zorg voor de bedden en Hulpmiddelen
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
anti-decubitusmatras
hoog- laagbed
nachtkastje
afstandsbediening
papegaai
klossen
Slide 3 - Drag question
Wat moet je doen als de patiënt niet uit bed kan?
A
De patiënt toch uit bed halen met bijv. een tillift
B
De patiënt op een rolstoel zetten en even laten wachten
C
Het bed opmaken met een andere verzorgende terwijl de patiënt erin ligt.
D
Een papegaai gebruiken
Slide 4 - Quiz
Bij het opmaken van het bed, mag je de kussens en lakens wel even op de grond leggen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Wat voorkomt de fowlerhouding?
A
Chagrijnige zorgvragers
B
Het onderuitglijden van de zorgvrager
C
Flauwvallen
D
Verkeerde werkhoogte
Slide 11 - Quiz
De positie waarbij het bed van de zorgvrager aan het hoofdeinde licht naar boven wordt gezet, zodat het voeteneinde lager komt te liggen dan het hoofdeinde, heet:
A
Trendelenburgpositie
B
Anti-trendelenburgpositie
C
dekenboog
D
anti-decubitusmatras
Slide 12 - Quiz
De zorgvrager is bedlegerig. Waarom kies je voor een verstelbaar bed op wielen?
A
Een verstelbaar bed is beter voor de zorgvrager.
B
Een verstelbaar bed is handig ivm stofzuigen.
C
Een verstelbaar bed is niet nodig.
D
Een verstelbaar is beter voor de zorgvrager en zorgverlener.
Slide 13 - Quiz
Het is belangrijk dat er geen kreukels in het beddengoed zitten bij een bedlegerige zorgvrager. Zo voorkom je doorligplekken (decubitus)