Herhaling H6 Fleur

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Fleur

Herhaling H6

Wat doe je deze LessonUp

• Herhalingsoefeningen theorie H6
• Herhalingsoefeningen sommen H6

Theorie

Let op: Leer ook de theorie en de begrippen die ik niet extra heb behandeld in deze LessonUp! 

Belangrijke theorie 6.1

• Welke productiefactoren ken je? En noem een voorbeeld bij alle vier de productiefactoren. (bladzijde 162 uit je boek) 

Belangrijke theorie 6.2

• Concrete markt
• Abstracte markt
• Concurrenten 

Probeer bovenstaande begrippen eens uit te leggen in je eigen woorden? Lukt het nog niet? Zoek ze dan eens op in paragraaf 6.2, vanaf bladzijde 166 en bladzijde 167.  

Belangrijke theorie 6.3

• Consumentenprijs
• Exclusief
• Inclusief
• Inkoopprijs
• Omzetbelasting
• Winstbelasting

Probeer bovenstaande begrippen eens uit te leggen in je eigen woorden? Lukt het nog niet? Zoek ze dan eens op in paragraaf 6.3, vanaf bladzijde 170.  

Belangrijke theorie 6.4

Minder productie leidt uiteindelijk tot minder vraag naar producten, maar hier horen wat tussenstappen bij, namelijk: 

Minder productie -> minder werkgelegenheid -> minder inkomen -> minder consumeren -> minder vraag naar producten. 

Andersom, kan natuurlijk ook:

Meer productie -> meer werkgelegenheid -> meer inkomen -> meer consumeren -> meer vraag naar producten. 

Sommen

Afschrijving 

• Afschrijving per jaar = (aanschafprijs - restwaarde) : aantal gebruiksjaren. 
• Sfinx koopt een busje om zelf bezorgingen te kunnen doen. De aanschafprijs van het busje is €120.000. Sfinx verwacht 8 jaar met het busje te kunnen rijden. Bij inruil is het busje nog €25.000 waard. Wat is de jaarlijkse afschrijving van het busje? 
• Stap 1: vul de formule in (€120.000-€25.000):8= €11.875 
• €11.875 afschrijving per jaar. 

Gebruik de cirkeldiagram. De cirkeldiagram toont het marktaandeel van de zorgverzekeraars.
UVIT heeft 4.420.000 verzekerden.

Bereken het aantal personen dat is verzekerd bij Achmea DFZ.

Marktaandeel

De vorige opgave ging over marktaandeel. Wil je dit nog oefenen, maak dan opdracht 21 uit je boek. 

Nettoresultaat

• stap 1: Omzet - inkoopwaarde = brutowinst 
• stap 2: brutowinst - bedrijfskosten = nettoresultaat

Fietsenwinkel Spakenburg heeft in een jaar een omzet van €1.248.000. De inkoopwaarde was dat jaar €780.000. De bedrijfskosten waren €350.000. Wat is dan het nettoresultaat? 

Stap 1: €1.248.000-€780.000 = €468.000 brutowinst

Stap 2: €468.000-€350.000=€118.000 nettoresultaat

Let op: Je hoeft hierbij niets te doen met belastingen!! 

Wil je nog meer oefenen, maak dan opdracht 28 op bladzijde 171 uit je boek. 

Arbeidsproductiviteit

Arbeidsproductiviteit per periode = totale productie per periode : aantal werknemers. 

Variant op bovenstaande formule: 

Een scooterfabriek produceert 12.000 scooters per week. De fabriek heeft 60 werknemers. Zij hebben een werkweek van 40 uur. De directeur besluit de werkweek in te korten naar 36 uur per week. Hierdoor loopt de productie terug naar 11.000 scooters per week. Is de arbeidsproductiviteit per uur toegenomen of afgenomen? 

Uitwerking: 

Eerst was de productie 12.000 : (60x40) = 5 scooters

Na het inkorten van de werkweek was de productie 11.000 : (60 x 36) = 5,1 scooters. 

De arbeidsproductiviteit is dus toegenomen. 

Wil je nog meer oefenen? Maak opdracht 38 op bladzijde 175 in je boek. 

De consumentenprijs van een nieuwe tablet is €599. De btw bedraagt 21%. Bereken de verkoopprijs van deze tablet exclusief btw.

Consumentenprijs

De vorige opgave ging over het berekenen van de consumentenprijs. 

Wil je nog meer oefenen? Maak de opdrachten 31,32,33 op bladzijde 172 en 173 in je boek. Hierbij moet je niet alleen de consumentenprijs berekenen, maar ook de verkoopprijs. Wat was het verschil? 

Dit was de belangrijkste theorie en de belangrijkste sommen van H6.

Let op: Leer ook de andere theorie en sommen van H6 die ik niet extra heb behandeld in deze LessonUp! 

Tip: Je kan ook nog kijken naar de LessonUps die je hebt gemaakt bij dit hoofdstuk. 

SUCCES!