Wereldkanjers: Je hoort erbij

Doel van de les
  • Praten over onze gevoelens
  • Ons nieuwe thema leren kennen 
1 / 88
next
Slide 1: Slide
WOLager onderwijs

This lesson contains 88 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Doel van de les
  • Praten over onze gevoelens
  • Ons nieuwe thema leren kennen 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wereldkanjers: Je hoort erbij

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Activiteit 1
Verkenning thema

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Tableau Vivant
  • = levend schilderij
  • Groepjes van  4
  • Situatie op kaartje al stilstaand uitbeelden: een schilderij 
timer
15:00

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Klaar voor? 
Peter Paul Rubens
Peter Paul Rubens

Vlaamse schilder/geboren in Duitsland -> daarna weer naar Antwerpen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Welke gevoelens herkende je in de schilderijen van je klasgenoten?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Gevoelens
  • Welke gevoelens heb jij soms in de klas? Wanneer?
  •  Voelt iedereen zich hetzelfde?
  • Wat kan je doen als je je zo voelt? 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Activiteit 2
De eerste themaweek

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Doel van de les
  • Samenwerken met klasgenoten
  • Reflecteren over hoe de dag verliep 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wie ben ik?
  • hand  omtrekken met potlood en uitknippen
  • dingen over jezelf schrijven in de vingers (hobby's, lievelingskleur, broers/zussen, lievelingseten...)
  • versieren!
  • naam op de pols schrijven

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wie ben ik? 
Kom je handje vooraan leggen en dan raden we van wie het handje is.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Activiteit 3
Hiep Hiep Hoera

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Doel van de les
  • Maanden van het jaar + aantal dagen  
  • Maanden koppelen aan seizoenen + volgorde seizoenen
  • een uitnodiging van een verjaardag ontdekken

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Verjaardagsrij
Ga in de juiste volgorde staan. De kant van het whiteboard is januari en we eindigen bij december aan de deur. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Geef de 4 seizoenen of jaargetijden...

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Hoeveel maanden zijn er in een jaar?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

In welk seizoen zijn we nu?
A
lente
B
zomer
C
winter
D
herfst

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Bij welk seizoen hoort de maand oktober?
A
lente
B
zomer
C
winter
D
herfst

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Bij welk seizoen hoort de maand januari?
A
lente
B
zomer
C
winter
D
herfst

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel maanden zijn er in een jaar?
A
8
B
10
C
12
D
14

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Welke maand komt na augustus?
A
november
B
juli
C
juni
D
september

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Welke maand komt voor maart?
A
februari
B
januari
C
mei
D
april

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel dagen telt april?
A
30
B
31
C
29

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel dagen telt december?
A
30
B
31
C
29

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel dagen telt februari?
A
28/29
B
30
C
31

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

TIP: 
Door vuisten te maken en te kijken naar je knokkels, weet je hoeveel dagen elke maand telt. 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel dagen telt een jaar?
A
355/356
B
365/366

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Op welke manieren kan je een datum  noteren? 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Activiteit 4
Hoedje op, hoedje af

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Doel van de les
- met elkaar leren communiceren
- leren om op een gepaste manier te reageren in bepaalde situaties

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Communiceren
Communiceren = boodschap overbrengen
Ook je lichaam verklapt informatie = lichaamstaal
Zender - boodschap - ontvanger
 Elkaar niet begrepen? 



Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

De hoeden van Bono

Slide 36 - Slide

Voorbeeld: De juf is ziek. Daardoor kunnen jullie de leuke knutselopdracht niet doen.

Hoe reageer je met de verschillende hoeden op? 

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Hoe los je een ruzie op?
Stappenplan warm nest
Stappenplan sorry zeggen
Ik - boodschap

Slide 38 - Slide

Hoe lossen we een ruzie op? 
Input kinderen
SITUATIE 1
- Bert is niet uitgenodigd op Stephanies feestje. Bert is verdrietig. Stephanie mocht wel naar zijn feestje komen. Stephanie mocht maar acht kinderen uitnodigen van haar mama. Ze vond het heel moeilijk om tussen haar vriendinnen te kiezen en dus heeft ze hen maar allemaal gekozen. Dat weet Bert niet. Bert schrijft iets gemeens op een briefje en stopt dat in Stephanies boekentas. Nu is Stephanie ook verdrietig. 

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

SITUATIE 3

- Stijn wordt per ongeluk omvergelopen door Anna. Anna ziet dat, maar loopt gewoon door. Stijn komt hard neer en denkt dat hij geduwd werd. Hij besluit om het daar niet bij te laten en duwt Anna terug. Anna valt daardoor en doet zich pijn. 

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Activiteit 5
Samen spelen

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

DOEL VAN DE LES

  • samen leren spelen
  • onderzoeken hoe er vroeger gespeeld werd 

Slide 43 - Slide

* Zoe gaat niet graag meer naar school. Vroeger had ze enkele geode vriendinnen, maar sinds vorige maand is er een nieuw meisje in de klas. Sindsdien mag ze niet meer meespelen tijdens de speeltijd 
- Wie van jullie is dat ook al eens overkomen dat je niet mocht meespelen? 
- Waarom mocht je niet meespelen? 
- Hoe voelde je je daarbij? 

* Adriaan komt graag naar school. Hij vindt het in de klas super, maar op de speelplaats vindt hij het saai en verveelt hij zich. De speeltijd duurt volgens hem veel te lang, want hij weet nooit wat spelen. 
-Wie verveelt zich ook weleens tijdens de speeltijd?
- waarom? 
p. 18

Slide 44 - Slide

- Wie kent dit spel? 
- Hoe speel je het spel? 
- Waarom speel je het graag? 

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

SITUATIE 2

- Arend krijgt zijn punten terug. Hij heeft heel hard gestudeerd, maar behaalde maar 4 op 10. Felix lacht hem uit. Dat maakt Arend boos. Als straf breekt hij de lat van Felix in twee. Felix zegt dat tegen de leerkracht. 

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

p. 19

Slide 47 - Slide

- Wie kent dit spel? 
- Hoe speel je het spel? 
- Waarom speel je het graag? 

Slide 48 - Link

This item has no instructions

Slide 49 - Link

This item has no instructions

ACTIVITEIT 6
Wie hoort erbij?

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

DOEL VAN DE LES

  • leren dat elke groep zijn eigen gewoontes, regels en afspraken heeft

Slide 51 - Slide

* Zoe gaat niet graag meer naar school. Vroeger had ze enkele geode vriendinnen, maar sinds vorige maand is er een nieuw meisje in de klas. Sindsdien mag ze niet meer meespelen tijdens de speeltijd 
- Wie van jullie is dat ook al eens overkomen dat je niet mocht meespelen? 
- Waarom mocht je niet meespelen? 
- Hoe voelde je je daarbij? 

* Adriaan komt graag naar school. Hij vindt het in de klas super, maar op de speelplaats vindt hij het saai en verveelt hij zich. De speeltijd duurt volgens hem veel te lang, want hij weet nooit wat spelen. 
-Wie verveelt zich ook weleens tijdens de speeltijd?
- waarom? 
RAFA RAFA
  • 4 leerlingen gaan uit de klas

Slide 52 - Slide

- propjes laten maken als gelukssteentje

Regels in Blauwland
  • Iedereen wandelt rond met zijn/haar handen op de rug. In één hand
  • hebben de leerlingen een gom. Als je wilt spelen, kijk je iemand in de ogen en stamp je drie keer op de grond.
  • Je aanvaardt de uitnodiging door met drie vingers over de rechterbovenarm van de medespeler te aaien.
  • Wil je niet spelen? Dan blijf je staan. De uitnodiger draait zich dan meteen om en gaat weg. Niet willen meespelen is in Blauwland normaal.
  • Begin je tegelijk te stampen? Dan wordt er niet gespeeld en ga je uit elkaar.
  • Als de ander je geaaid heeft, steek je je handen vooruit. De partner raadt in welke hand het geluksteentje niet zit door die hand aan te wijzen.
  • Toon in welke hand het geluksteentje zit. Fout geraden? Ga onmiddellijk uit elkaar. Goed geraden? Verwissel het geluksteentje eventueel van hand en steek je handen weer vooruit. Raad je drie keer juist? Dan roep je heel luid ‘Rafa Rafa’. De andere Blauwlanders stoppen met spelen en komen je feliciteren door je met drie vingers aan te raken en zacht ‘Rafa Rafa’ te zeggen. Daarna spelen jullie verder.
  • Met elkaar praten is verboden!

Slide 53 - Slide

This item has no instructions

Nabespreking
  • Hoe gedroegen de 4 leerlingen zich? 
  •  Hoe voelden ze zich? 
  • Hoe voelde dat voor de inwoners van Blauwland?
  • Heb je je ergens al eens onprettig gevoeld? 
  • Wat kunnen andere mensen doen om je te helpen?
  • Wat kun je doen als je ziet dat iemand zich niet op zijn gemak voelt?

Slide 54 - Slide

This item has no instructions

Nabespreking
Wat voor sommige groepen normaal is, kan voor andere groepen heel vreemd zijn. Elke groep heeft zijn eigen gewoontes.

Slide 55 - Slide

This item has no instructions

Wat kan je doen om het fijn te maken in de klas? 

Slide 56 - Slide

This item has no instructions

ACTIVITEIT 7
Kanjers pesten niet! 

Slide 57 - Slide

This item has no instructions

Slide 58 - Slide

This item has no instructions




  • Lijken deze kinderen gelukkig?

Slide 59 - Slide

This item has no instructions




  • Merel = de kleinste
  • Lacht op foto, maar is vaak verdrietig

Slide 60 - Slide

This item has no instructions

Schrijf op 3 post-its van klasgenoten een compliment.

Slide 61 - Slide

This item has no instructions

DOEL VAN DE LES
  • Pijnlijke dingen zeggen -> grote gevolgen
  • Ookal lijken kinderen/mensen blij langs buiten, toch kunnen ze zich slecht voelen vanbinnen door die woorden.
  • Pesten: Wat is het? Wat kun jij daaraan doen? Hoe zorg jij voor een fijne klas? Met die vragen gaan we aan de slag.

Slide 62 - Slide

* Zoe gaat niet graag meer naar school. Vroeger had ze enkele geode vriendinnen, maar sinds vorige maand is er een nieuw meisje in de klas. Sindsdien mag ze niet meer meespelen tijdens de speeltijd 
- Wie van jullie is dat ook al eens overkomen dat je niet mocht meespelen? 
- Waarom mocht je niet meespelen? 
- Hoe voelde je je daarbij? 

* Adriaan komt graag naar school. Hij vindt het in de klas super, maar op de speelplaats vindt hij het saai en verveelt hij zich. De speeltijd duurt volgens hem veel te lang, want hij weet nooit wat spelen. 
-Wie verveelt zich ook weleens tijdens de speeltijd?
- waarom? 
Brainstorm pijnlijke woorden/acties

Slide 63 - Slide

This item has no instructions

Gevolgen pesten
  • Schrijf woorden/acties op het mannetje die pijn doen.
  • Denk na over wat je al eens hebt meegemaakt.
  • Bij elk woord dat je schrijft, maak je een klein scheurtje in het mannetje.

Slide 64 - Slide

This item has no instructions

Gevolgen pesten
  • Kleef nu plakband op de gescheurde plekken. 

Slide 65 - Slide

This item has no instructions

Pesten, plagen en ruziemaken
  • Pesten =  voortdurend en lang, niet leuk, doet pijn (woorden of fysiek)
  • Plagen = kort, niet kwaad bedoeld
  • Ruzie maken = conflict, meningsverschil

Slide 66 - Slide

This item has no instructions

Bespreking
  • Wat zie je?
  • Ziet het mannetje er nog hetzelfde uit? 
  • Ondanks dat er sorry werd gezegd, de andere blijft dit pestgedrag voor altijd meedragen.

Slide 67 - Slide

This item has no instructions

Slide 68 - Link

This item has no instructions

Stellingen
  • Pesten houdt na een tijdje vanzelf op. 
  • Een keertje ruziemaken is even erg als pesten. 
  • Het zijn vaak dezelfde kinderen die gepest worden. 
  • De gevolgen van pesten zijn niet zo erg. 
  • Na het plagen blijven vrienden vrienden. 
  • Wie pest, wil eigenlijk iemand pijn doen. 
  • Als plagen zich altijd herhaalt tegen hetzelfde kind, wordt dat eigenlijk
  • pesten. 

Slide 69 - Slide

This item has no instructions

Pesten
  • Pesten is niet het probleem van 1 iemand, dat is het probleem van een hele groep.
  •  Iedereen van de groep moet zorgen voor een goede sfeer.

Slide 70 - Slide

This item has no instructions

Je ziet dat er iemand gepest wordt, wat doe je?
 
  • Je grijpt in en komt op voor de gepeste persoon.
  • Blijf niet gewoon toekijken, de gepeste voelt zich zo eenzaam en je geeft de pester een publiek.
  • Met je gezicht laten zien dat je het niet goedkeurt.
  • Uitspreken: Dit is niet oké of dit vind ik niet leuk.
  • Achteraf het gepeste kind troosten.

Slide 71 - Slide

This item has no instructions

Slide 72 - Link

This item has no instructions

Word je zelf gepest?
  • Zeg dit tegen je ouders/leerkracht. 
  • Zeg STOP! 
  • Wandel weg.

Slide 73 - Slide

This item has no instructions

Slide 74 - Slide

This item has no instructions

ACTIVITEIT 8
Iedereen uniek

Slide 75 - Slide

This item has no instructions

DOEL VAN DE LES
  •  verschillen en gelijkenissen ontdekken van elkaar
  •  ontdekken dat iedereen anders is, maar toch uniek

Slide 76 - Slide

* Zoe gaat niet graag meer naar school. Vroeger had ze enkele geode vriendinnen, maar sinds vorige maand is er een nieuw meisje in de klas. Sindsdien mag ze niet meer meespelen tijdens de speeltijd 
- Wie van jullie is dat ook al eens overkomen dat je niet mocht meespelen? 
- Waarom mocht je niet meespelen? 
- Hoe voelde je je daarbij? 

* Adriaan komt graag naar school. Hij vindt het in de klas super, maar op de speelplaats vindt hij het saai en verveelt hij zich. De speeltijd duurt volgens hem veel te lang, want hij weet nooit wat spelen. 
-Wie verveelt zich ook weleens tijdens de speeltijd?
- waarom? 
Niemand is zoals jij
  • uiterlijke verschillen (grootte, kleur ogen, een bril, haarkleur,..) = zichtbare verschillen
  • innerlijke verschillen (lievelingseten, sport, gewoontes,..) = kun je niet zien

Slide 77 - Slide

This item has no instructions

Niemand is zoals jij
Stellingen: 
  • Ga naar de kant van de deur als je school leuk vindt. 
  • Ga op je stoel staan als je rekenen leuk vindt.
  • Kruip onder je bank als je thuis een andere taal spreekt.
  • Kom naar het bord als je graag gamed. 
  • Leg je handen op je hoofd als je honden leuk vindt. 

Slide 78 - Slide

This item has no instructions

Nabespreking stellingen
  • Deed iedereen hetzelfde?
  •  Is dat goed of slecht?

  • = Er zijn gelijkenissen en verschillen in de binnen/buitenkant van mensen. Toch is iedereen anders. Het is niet omdat je anders bent, dat dat minder goed is. Iedereen is op zijn manier uniek. 

Slide 79 - Slide

This item has no instructions



  • Ookal zie je er anders uit, of gedraag je je anders, het geeft je niet het recht om met anderen te lachen. Iedereen is uniek. 

Slide 80 - Slide

This item has no instructions

Slide 81 - Slide

This item has no instructions

Activiteit 9
Rak! 
(Random act of Kindness)

Slide 82 - Slide

This item has no instructions

Een gebaar van vriendschap
  • Wat maakt jou blij?
  •  Heb je al eens iets lief gedaan voor een ander?
  • Waarom?
  • Hoe voelde dat?

Slide 83 - Slide

This item has no instructions

Slide 84 - Slide

This item has no instructions

Doel van de les
  • Nadenken over gebaren van vriendschap.
  • Ervaren dat je gelukkig kan worden door iemand anders gelukkig te maken.

Slide 85 - Slide

This item has no instructions

RAK, wat is het?
Random act of kindness = willekeurige daad van vriendelijkheid

Brainstorm: in groepjes 
RAK in de klas
RAK op school
RAK thuis
RAK in de wereld




Slide 86 - Slide

This item has no instructions

Slide 87 - Slide

This item has no instructions

Acties bespreken
Elke ochtend kort vertellen als je een actie uitvoerde. 

Slide 88 - Slide

This item has no instructions