Herhaling 1.3

1.3 Je inkomsten en uitgaven
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

1.3 Je inkomsten en uitgaven

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Welkom
Nakijken paragraaf 1.3 
Herhaling 1.3
Prinsjesdag

Slide 2 - Slide

Nakijken
Gemaakt: paragraaf 1.3

Welke vragen klassikaal?
Overige vragen zelfstandig met nakijkblad.

Klaar? lees paragraaf 1.3 nogmaals door!
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Inkomsten en uitgaven

Slide 4 - Slide

Juist of onjuist?
JUIST
ONJUIST
Een begroting is een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven
Zijn er meer uitgaven dan inkomsten, dan is er sprake van een begrotingstekort
Zijn er meer uitgaven dan inkomsten, dan is er sprake van een begrotingsoverschot
1 miljard = 1.000.000
1 miljard = 1.000.000.000
Minder geld uitgeven dan normaal noem je accijns
Minder geld uitgeven dan normaal noem je bezuinigen

Slide 5 - Drag question

Wat is reservering per maand?
A
bedrag dat je nodig hebt per maand
B
geld dat je per maand over hebt
C
elke maand een vlucht boeken

Slide 6 - Quiz

Een begroting is voor
A
voor de afgelopen maand
B
Voor de komende maand
C
voor nu

Slide 7 - Quiz

Hoe hoger de restwaarde,
hoe ........... je moet reserveren.
A
meer
B
minder

Slide 8 - Quiz

Welk inkomen is GEEN inkomen uit overdracht?
A
Zakgeld
B
Huurinkomsten
C
Een uitkering
D
Een erfenis

Slide 9 - Quiz

Als Mathijs over 2 jaar 18 wordt, wil hij een auto kopen. Hij kan € 2.000,- van zijn spaarrekening halen. De rest moet hij reserveren. De auto die hij mooi vindt kost € 5.500,-. Bereken hoeveel hij per maand moet reserveren.

Slide 10 - Open question

Je webshop maakt winst. De winst is voor de eigenaar van de webshop.
A
Inkomen uit arbeid
B
Inkomen uit bezit
C
Overdrachtsinkomen

Slide 11 - Quiz

Voor je zorgverzekering ontvang je zorgtoeslag als je een laag inkomen hebt
A
Inkomen uit arbeid
B
Inkomen uit bezit
C
Overdrachtsinkomen

Slide 12 - Quiz

Sleep de afbeeldingen naar het bijbehorende begrip.
dagelijkse uitgaven
vaste lasten
incidentele uitgaven

Slide 13 - Drag question

Een begroting is een overzicht van de inkomsten en uitgaven van de vorige periode.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Welke voorbeelden zijn inkomen uit arbeid?
A
Huur, dividend, prestatieloon, vakantiegeld
B
Prestatieloon, dividend, rente, vakantiegeld
C
loon, loon in natura, prestatieloon, vakantiegeld

Slide 15 - Quiz


PRINSJESDAG
Prinsjesdag

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Wat gebeurt er met Prinsjesdag?
Wat gebeurt er met Prinsjesdag?

Slide 18 - Mind map

Rijksbegroting en miljoenennota
  • Prinsjesdag
  • Minister van Financiën presenteert
     rijksbegroting en miljoenennota
  • Rijksbegroting: overzicht van verwachte inkomsten en   uitgaven
  • Miljoenennota: toelichting op de rijksbegroting
  • Waarom wordt bezuinigd of waarom belastingen omhoog?

Slide 19 - Slide

Wat staat er in de Troonrede?
A
De plannen van de ministers voor het komende jaar
B
Wat de ministers het afgelopen jaar gedaan hebben

Slide 20 - Quiz

Wat staat er in de rijksbegroting

Slide 21 - Open question

Wat is de miljoenennota?
A
de eerste en tweede kamer
B
de rijksbegroting, overzicht waar alle inkomsten en uitgaven heen gaan
C
brief van de koning

Slide 22 - Quiz

De derde dinsdag van september is het ....................................
De koning leest dan de ............................. voor. De minister van .................................. presenteert de rijksbegroting en de ..........................................
In de rijksbegroting staan de verwachte ............................... en ............................ voor het komende jaar.
Inkomsten
Troonrode
Financiën
Prinsjesdag
Uitgaven
Miljoenennota

Slide 23 - Drag question

Ik vind prinsjesdag overbodig
Eens
Oneens

Slide 24 - Poll